Yasmien Naciri: ‘Openstaan voor diversiteit is nog iets anders dan positief discrimineren’

YASMIEN NACIRI "Je moet etnomarketing niet forceren." © Franky Verdickt
Sjoukje Smedts  medewerker van Trends

Ze is amper 26, stimuleert jongeren om te ondernemen en zet professioneel internettrollen op hun plaats. Maak kennis met Yasmien Naciri. “Nu pas zien ondernemingen in dat er een gigantische pot goud zit achter mensen met een migratieachtergrond.”

Alle ouders van haar vrienden en klasgenoten waren ondernemers. Yasmien Naciri (26) telt in gedachten nog even na. Ja, echt allemaal. “Ik was letterlijk de enige van wie de ouders arbeiders waren”, zegt ze. Ondertussen stimuleert Naciri, de kleindochter van een mijnwerker met Marokkaanse roots, met het jeugdhuis Fleks jongeren om zelf te ondernemen en werkt ze als zelfstandig marketeer. Daarnaast deelt ze nu en dan haar gedachten, onder meer als columniste in De Morgen. Ze doet dat voor het eerst ook in een boek. “Misschien blik ik er binnen twintig jaar op terug en denk ik: nee, Yasmien, dat was het toch niet. Of dat was het juist wel, dat kan natuurlijk ook.”

Ook haar gedachten over diversiteit in het bedrijfsleven haalden de bundel. “Nu pas zien ondernemingen echt in dat er een gigantische pot goud zit achter de doelgroep van mensen met een migratieachtergrond”, vindt Naciri. “Diversiteit is dus keihip. De beweegredenen daarachter kunnen perfect puur economisch zijn. Dat is niet erg. Zolang bedrijven er maar werk van maken. Etnomarketing is één manier waarop ze dat kunnen doen, maar dat moet je niet forceren. Bedrijven gaan daar soms te ver in. Dat komt al snel fake over.”

Openstaan voor diversiteit is nog iets anders dan positief discrimineren. Geen enkele vorm van discriminatie is oké

Hoe gaan bedrijven dan te ver?

YASMIEN NACIRI. “MAC Cosmetics kreeg onlangs kritiek omdat het op Facebook een gesponsorde post had gedeeld over hoe meisjes zich kunnen opmaken voor suhoor, het moment waarop moslims tijdens de ramadan nog een lichte maaltijd eten voor het slapengaan. Dat is rond één of twee uur ‘s nachts en meestal thuis, dus daar ga je je niet voor opmaken. Zo’n post toont dat de bereidwilligheid om de doelgroep uit te breiden er wel is, maar ook dat er nog fouten worden gemaakt.

“Daarom gaan bedrijven het beste niet te ver in het aanpassen van hun boodschap. Het volstaat gewoon inclusief te communiceren. Colruyt is daar heel goed in. De supermarkt lanceerde bijvoorbeeld een app waarmee je je boodschappen kunt selecteren op basis van de bereidingswijze – glutenvrij, vegetarisch of halal. Colruyt maakte daar geen tamtam rond en lanceerde gewoon een reeks filmpjes. Daarin kwam ook een moslima aan bod, die zei dat ze liefst halalsnoepjes wilde. Heel normaal, die richting moeten we uit. In andere landen is dat al vaker het geval.”

Waarom bleven we daar in België zo lang blind voor?

NACIRI. “Een land zoals Engeland kent al langer migratie. Al voor 1920 waren er moslimmigranten in Londen. Die gemeenschap ondersteunt elkaar heel hard. Aziatische moslims zetten daar keihard in op onderwijs en ondernemen. Je komt in Engeland moslims tegen die hebben gedoctoreerd in economie, filosofie of biologie, met hoofddoek en zonder, uit een arm gezin of niet. Dat is daar de normaalste zaak van de wereld.”

“Als je kijkt naar mensen met een migratieachtergrond in Vlaanderen, is het al een wonder als ze een master halen. Jongeren met een migratieachtergrond die hier doctoreren, ik kan ze op de vingers van één hand tellen. Een ander verschil is dat je in The City overdekte gebedsruimtes hebt, tussen de gigantische gebouwen van banken, verzekeringskantoren en andere bedrijven.”

Nochtans zouden ook in Engeland heel wat mensen met buitenlandse roots vertrekken en zo een braindrain op gang brengen.

NACIRI. “Die opmerking kreeg ik in Londen ook. Alles is daar ook niet altijd rozengeur en maneschijn. Er zijn veel mensen die er vertrekken omdat ze zich er niet thuis voelen, net zoals in Vlaanderen. Ik heb heel wat vrienden die naar het buitenland zijn getrokken omdat ze daar minder worden gediscrimineerd en veel sneller op de carrièreladder kunnen klimmen. Dat is hen ook gelukt. Jongeren met een migratieachtergrond werken hier nog vaak onder hun niveau. Bovendien zouden ze in vergelijking met hun medestudenten 30 procent minder kans hebben om een baan te vinden in de eerste zeven maanden nadat ze hun bachelor- of masterdiploma hebben behaald.”

Veel managers zeggen nochtans dat ze proberen ook jongeren met een migratieachtergrond kansen te geven.

NACIRI. “Het is geen verwijt aan bedrijven. Ik hoor heel vaak dat zij inderdaad wel jongeren met een migratieachtergrond willen aanwerven, maar dat die niet solliciteren. Dat heeft er volgens mij mee te maken dat vacatures vaak intern circuleren, voordat ze breed worden gecommuniceerd. Terwijl jongeren met een migratieachtergrond vaak kiezen voor studierichtingen die werkzekerheid en status opleveren, zoals rechten en economische wetenschappen, blijkt hun netwerk nog veel te beperkt om van die werkzekerheid te profiteren.

‘Mensen zien mij als het bewijs dat het mogelijk is vooruit te raken in het leven, maar ik ben ook niet naïef’

“Ik heb ook heel lang aan mijn netwerk gebouwd en gemerkt hoe moeilijk dat was. Marketeers, managers en ondernemers behoorden niet tot mijn leefwereld of die van mijn ouders. Gelukkig bestaan er ondertussen heel wat initiatieven, zoals DUO for a JOB en WannaWork van Sihame El Kaouakibi. Die verkleinen de afstand door jongeren in contact te brengen met bedrijven die openstaan voor diversiteit. Dat helpt. Ook met onze jongerenorganisatie Fleks proberen we dat probleem aan te pakken.”

Bent u dan ook een voorstander van positieve discriminatie?

NACIRI. “Openstaan voor diversiteit is nog iets anders dan positief discrimineren. Dat doe je pas als je iemand bewust voortrekt. Daar ben ik tegen, want geen enkele vorm van discriminatie is oké. Positieve discriminatie is heel paternalistisch, alsof die jongeren zelf niet de nodige capaciteiten hebben.”

Voorstanders van positieve discriminatie wijzen er dan op dat er daardoor wel meer vrouwen belangrijke politieke functies hebben.

NACIRI. “Positieve discriminatie zal wel helpen, maar daarom vind ik het nog niet de juiste oplossing. Je hebt er als werknemer niets aan als je in een bedrijfscultuur eindigt waarin andere werknemers weten of vermoeden dat de diversiteitscijfers de enige reden zijn waarom jij daar achter een bureau zit. Ik ken getalenteerde en intelligente mensen die in zo’n sfeer werken, en dat is heel vernederend.”

“Het kan anders. Veel Amerikaanse en Britse bedrijven melden onderaan in hun vacatures dat ze niet discrimineren op basis van religie, geslacht, geaardheid enzovoort. Dat zinnetje alleen al, die geruststelling, doet ook al veel. Zo zorg je ervoor dat jongeren met een migratieachtergrond zelfverzekerder worden en de moed niet verliezen.”

Is dat ene zinnetje dan geen windowdressing?

NACIRI. “Daar ben je natuurlijk nooit zeker van, want er zijn voldoende testen die aantonen dat cv’s van mensen met een minder Vlaamse naam sneller naar de prullenbak worden verwezen. Het is heel frustrerend zo vaak te worden afgewezen. Let op, dat is voor jongeren zonder migratieachtergrond niet anders. Dat probleem moeten we ook durven te erkennen. Je moet het probleem van die jongeren niet minimaliseren omdat er ergere problemen bestaan.”

Meer en meer jongeren zouden het daarom willen proberen als ondernemer. Herkenbaar?

NACIRI. “Ondernemen is nu heel trendy. Terwijl dat enkele jaren geleden nog iets vies was. Iedereen legde toen de nadruk op de risico’s en winstbejag. Start-ups en al die series over het ondernemerschap hebben ondernemen plots aantrekkelijk gemaakt. Ik merk ook bij de jongeren met wie ik in contact kom in ons jeugdhuis en ver daarbuiten dat ze eraan willen beginnen en dat ze geweldige concepten hebben. Ze hebben wel de ideeën en de vurigheid, maar ze weten niet hoe ze eraan moeten beginnen. Of ze durven nog niet, omdat ze het gevoel hebben dat ze er alleen voor staan. Veel van hun vrienden blijven zoeken naar werkzekerheid, omdat ze het financieel moeilijk hebben. Probeer dan meer eens mensen te overtuigen om mee te stappen in je verhaal.”

‘Lijkt de weg soms hard? Huil, word boos, maar ga er daarna voor en werk aan jezelf’

U moedigt hen toch aan het heft in handen te nemen. Vanuit een grenzeloos geloof in de maakbaarheid van de mens?

NACIRI. “Ik geloof echt heel sterk dat je jezelf ergens uit kunt helpen, dat je je eigen lot in handen kunt nemen en zaken kunt bereiken, zolang je je er volledig achterzet. Als ik daar niet in geloofde, zou ik niet staan waar ik sta. We hadden het thuis niet breed en ik ben de eerste uit onze familie die hoogopgeleid is en die onderneemt. Lijkt de weg soms hard en zijn er veel obstakels? Huil, word boos, maar ga er daarna voor en werk aan jezelf. Het eindresultaat zal veel fijner zijn.”

Antwoorden jongeren dan niet dat u makkelijk praten hebt?

NACIRI. “Ik dacht er vroeger ook zo over, bijvoorbeeld wanneer mijn vrienden me vertelden dat ik daar of daar op vakantie moest gaan of dat ik me moest inschrijven voor de zomerschool. Zij konden dat wel zeggen, maar wij hadden er het geld niet voor.”

“Ondertussen zien mensen mij als het bewijs dat het mogelijk is vooruit te raken in het leven, maar ik ben ook niet naïef. Dat het mij is gelukt, wil niet zeggen dat iedereen met dezelfde kansen of dromen automatisch hetzelfde zal bereiken. Niet iedereen is even sterk, niet iedereen krijgt evenveel steun van zijn ouders en niet iedereen heeft het geluk door geweldige leerkrachten gevormd te worden. Mijn moeder is bijvoorbeeld echt een rolmodel, al is ze niet hoogopgeleid, al is ze geen ondernemer. Ze is gewoon zo zelfstandig. Ze haalde vroeger zelf de televisie uit elkaar als die moest worden gerepareerd. Daarom probeer ik ook van elk probleem een kans te maken. Neem het omgaan met internettrollen. Daar verdien ik ondertussen iets aan.”

Verdienen aan trollen?

NACIRI. “Ik focus nog even op de financiële haalbaarheid, maar het bureau dat ik aan het oprichten ben, zou zich specialiseren in onlinecrisiscommunicatie. Omgaan met internettrollen valt daar ook onder. Aangezien veel bedrijven met trollen te maken krijgen, is de vraag daarnaar gigantisch. Ik heb zelf veel ervaring met reacties van trollen en weet ondertussen heel wat over het onderwerp.”

“Ik heb onlangs een rechtszaak gewonnen tegen een trol, uniek in Vlaanderen blijkbaar. Dat mensen uit het niets scheldwoorden zoals makak of kopvod gebruiken, raakt me al niet meer, maar deze man ging echt over de schreef. Hij tweette ook bijna elke dag, dus heb ik hem onder meer aangeklaagd voor belaging. De politie heeft hem opgespoord en in de rechtszaal piepte hij plots heel anders.

“Ik heb er bewust voor gekozen mezelf te verdedigen zonder advocaat, ik kan mijn mannetje wel staan. De man kreeg een werkstraf en boetes, omdat hij al wat ouder is, denk ik. En veel andere trollen, die hebben mij nu geblokkeerd op sociale media. De rollen zijn dus omgekeerd. ( Lacht.) Zie je, van een probleem een kans maken.”

Yasmien Naciri, Wij nemen het heft in handen, Polis, 144 blz., 17,50 euro

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content