Hoe de circulaire economie langzaam maar zeker de norm wordt

CIRCULAIRE ECONOMIE Het idee is materialen zo veel mogelijk te hergebruiken in hun oorspronkelijke functie. © get
Luc Huysmans senior writer bij Trends

De circulaire economie komt eraan. Materialen worden dan niet meer gerecycleerd, maar hergebruikt voor hun oorspronkelijke functie. Meer jobs, minder waardevernietiging en minder energieverbruik zijn de te verwachten effecten. Al is de weg nog lang.

Iedereen meekrijgen in de circulaire economie belooft geen sinecure te worden. 15 miljoen ton afvalstoffen hadden nu ongeveer een tweede leven moeten krijgen. Maar anno 2017 is er op de Remo-site in Houthalen-Helchteren weinig te bespeuren van de EFLM-installatie (Enhanced Landfill Mining) die er had moeten staan.

Nochtans wordt het initiatief van de Limburgse groep Machiels gezien als een Europees speerpuntproject voor circulaire economie, en de belichaming van het Closing the Circle-idee van het bedrijf. Zowat 45 procent van de afvalstoffen kan worden gerecupereerd als materiaal, de rest kan na een voorbehandeling worden gebruikt om de komende twintig jaar energie mee te maken. Intussen wordt de hele site ontwikkeld tot duurzaam natuurgebied.

“We hebben hier sinds 2009 veel werk ingestoken, en 10 miljoen euro geïnvesteerd”, vertelt businessunitmanager Yves Tielemans. Helaas is het wachten op het resultaat van vijf juridische procedures, aangespannen door de Limburgse Milieukoepel. Toch geeft Tielemans de moed niet op. “De helft van onze omzet halen we nu al in Chili, waar we ook stortplaatsen uitbaten. We zouden dit project het liefste in België realiseren, maar we kijken ook elders.”

In de marge

Het idee achter circulaire economie is materialen zo veel mogelijk te hergebruiken in hun oorspronkelijke functie, met zo min mogelijk waardevernietiging en energieverlies. In volgorde van belangrijkheid en maatschappelijke winst komt circulair gebruik van materialen neer op het bewaren ervan en de levensduur verlengen; ze hergebruiken of herverdelen; ze herstellen of opnieuw produceren; en ten slotte ze recycleren.

Op de website van de toonaangevende denktank Ellen MacArthur Foundation staan tal van voorbeelden. In het Franse Choisy-le-Roi staat een fabriek met 325 werknemers die al sinds 1949 auto-onderdelen als versnellingsbakken, cilinderkopppen en turbocompressoren opnieuw gebruiksklaar maakt. Het Singaporese Kaer levert airconditioning as a service, de klanten betalen voor de hoeveelheid koelwater die ze verbruiken. Het Britse Toast Ale maakt bier van broodoverschotten, een idee waarvoor het de mosterd haalde bij The Brussels Beer Project, dat zijn Babylone in de markt zet.

Volgens twee studies kan de circulaire economie Vlaanderen 27.000 nieuwe jobs opleveren, naast 2,3 miljard euro toegevoegde waarde en 3,4 tot 6,1 miljard euro besparingen aan materiaalkosten tegen 2025.

Toch deelt niet iedereen het optimisme. Didier Pierre, voorzitter van de familiale holding PMC (zie kader Hergebruik uw kantoormeubelen), vindt dat de circulaire economie nog te veel in de marge leeft. “De ideeën maken nog geen deel uit van de economie. Die is mondiaal georganiseerd op principes die er lijnrecht tegenover staan.”

Anders gaan produceren

Over één zaak is iedereen het wel eens: het betekent een andere manier van produceren. “Het energievraagstuk krijgen we wel opgelost. De zon alleen al levert voldoende energie, we zijn er alleen nog niet in geslaagd die voldoende te transformeren”, zegt Stef Denayer, per 1 september de nieuwe algemeen directeur van i-Cleantech Vlaanderen. “Maar we verbruiken nu elk jaar 1,7 keer de hulpbronnen die de aarde jaarlijks produceert. We moeten weg van het model waarin we een materiaal alleen maar in een product omzetten en vervolgens wegwerpen.”

Dat betekent een nieuwe rol voor tal van bedrijven. “Onze bedrijven worden nog te veel geassocieerd met afvalverwerking”, meent Werner Annaert. Voor de algemeen directeur van de federatie van milieubedrijven, die niet toevallig vorig jaar haar naam veranderde van Febem in Go4Circle, betekent circulair werken sowieso meer samenwerking. “We moeten veel meer denken in ketens. Het ene bedrijf verzamelt materialen, die een ander als grondstof benut. Het businessmodel verandert. Het is niet meer: ‘ik produceer en verkoop’, maar ‘ik maak een consortium, en we zoeken samen uit wie welke verantwoordelijkheid draagt’.”

Denayer komt elke dag in aanraking met start-ups, proefprojecten en voldragen initiatieven die langzaam maar zeker de ‘normale’ economie binnensijpelen. “Het Symbiose-project detecteerde 2000 materiaalstromen van 330 bedrijven. Dat leverde 75 ‘matches’ op: bedrijven die elkaars restproducten kunnen gebruiken. Die zijn omgezet in elf businesscases, en twaalf projecten die nog op stapel staan, goed voor 125.000 ton materiaal dat een tweede leven krijgt, en 2,4 miljoen euro besparingen. Die Vlaamse expertise brengen we naar Griekenland, Spanje en Italië.”

We moeten weg van het model waarin we een materiaal alleen maar in een product omzetten en vervolgens wegwerpen

Hij verwijst naar een resem projecten waar zijn organisatie bij betrokken is. Bij Stokstroom in Kruishoutem gaan het regenwater en de restwarmte van de serres van Tomato Masters naar de omegabaarzen van de viskwekerij Aqua4C. Omgekeerd wordt het nutriëntenrijke viswater gebruikt om de tomatenplanten te voeden.

Ook grote jongens doen mee. Solvay, De Neef Chemical Processing, Tessenderlo Chemie en Janssen Pharmaceutica zitten met onderzoeksinstellingen samen in Tabachem, een project waarmee ze chemicaliën die bijvoorbeeld worden gebruikt voor de reiniging van een installatie, terugnemen en in de mate van het mogelijke opnieuw gebruiksklaar maken. Dat verkleint de reststromen, maar kan ook betekenen dat een chemische fabriek niet meer betaalt voor de hoeveelheid reinigingsproduct die ze gebruikt, maar voor de dienst, zijnde het reinigen van de installatie.

In Nederland is Philips een van de voortrekkers. De verlichtingstak sloot onder andere een contract met Schiphol, waar het sinds 2015 ‘light as a service’ aanbiedt: de luchthaven betaalt voor het gebruik, terwijl de lampen en de armaturen eigendom van de Eindhovenaren blijven, die ze nadien elders inzetten.

Huur een tv

Ook de Vlaamse regering springt in het bad. De transitie naar een circulaire economie is een van de zeven prioriteiten in haar Visie 2050. Het partnerschap Vlaanderen Circulair werkt onder andere aan een korf van indicatoren om te meten hoe circulair de Vlaamse economie is, en vervolgens doelstellingen te kunnen zetten.

“Al willen we ons niet blindstaren op een percentage”, waarschuwt communicatie- en communitymanager Sam Deckmyn. “Met pakweg 20 procent heb je al een gigantische stap in de goede richting, en kun je al grote invloed uitoefenen op de rest van de economie. Maar circulaire economie is geen magische oplossing. Als een particulier die zijn auto, grasmachine en andere gebruiksvoorwerpen deelt, zijn vrijgekomen middelen uitgeeft aan meer wegwerpmeubelen, dan is het effect zelfs negatief. Het moet passen in een beweging waarin het meer gaat over de functionaliteit dan de eigendom van een product. Iedereen huurt een digicorder, maar we kopen wél allemaal een tv. Daar zijn eigenlijk geen rationele argumenten voor.”

Het nieuwe bankieren

Al is hij ook niet blind voor de gevolgen voor de producenten. “Als bedrijven plots alles moeten leasen in plaats van verkopen, krijgen ze hun inkomsten veel meer gespreid binnen, en hebben ze plots een massa kapitaal op de balans staan. Maar daar zijn oplossingen voor. Financiële instellingen zullen op een andere manier naar balansen en risico’s moeten kijken, meer rekening houden met restwaardes en minder met afschrijvingen.”

Gerald Naber, vicepresident sustainable finance bij ING, gaat ervan uit dat circulaire economie op termijn normaal wordt. “Je hebt grosso modo twee groepen actoren: start-ups, die hun businessmodel erop focussen, en de grotere bedrijven, waarvan sommige al stappen hebben gedaan, maar de meeste zich afvragen hoe ze met die uitdagingen moeten omgaan. Maar de trend is duidelijk. En ik verwacht ook een doorbraak bij de consumenten. Steeds meer mensen hebben al abonnementen voor muziek, of groenten aan huis. ”

Het businessmodel verandert. Het is niet meer: ‘ik produceer en verkoop’, maar ‘ik maak een consortium, en we zoeken samen uit wie welke verantwoordelijkheid draagt’

Traditionele leasingformules zijn op het product afgestemd: na vijf jaar is de huur afgeschreven, en is er een restwaarde. “Zoiets kan voor een auto, maar bijvoorbeeld niet voor kleding. We moeten naar financieringen die zich richten op de cashflow. De kredietwaardigheid van de klant wordt belangrijker, want het betalingsrisico is niet meer gespreid over drie maanden, maar over drie of vijf jaar. Dat vergt een nieuw type activabeheerders. Denk aan modellen waarmee wij als bank bijvoorbeeld medische apparatuur kopen, door de ziekenhuizen worden betaald voor het gebruik, en een deel daarvan doorstorten aan de producent. Wat betekent dat ook het gebruiksrisico verschuift: vroeger lag dat bij de koper, nu gaat het naar de leverancier of de activabeheerder.”

Van de overheid verwacht Naber vooral normering. “Producenten die de moeite doen om herbruikbare producten te maken, of ze te maken met gerecycleerd materiaal, concurreren nu met prijsvechters die zich niet bekommeren om wat er nadien met hun producten gebeurt. Daar moeten maatregelen voor komen.”

Onrendabele recyclage

Er zitten nog adders onder het gras, waarschuwt Annaert. “Neem een producent van boormachines. Als die er in plaats van 100 nog maar 10 verkoopt omdat ze worden gedeeld, en hij die bovendien zo circulair mogelijk maakt, dan kan het best dat het tonnage zo krimpt dat het onrendabel wordt die machines nog te recycleren.”

Bovendien zijn er best nog wel wat stappen te doen in het productieproces. Annaert trekt een kast open vol niet-recycleerbare producten: verlijmde bedieningspanelen van wasmachines maken herstellingen en hergebruik van onderdelen onmogelijk; te stevige lijm maakt dat een laag aluminium aan bierflesjes blijft kleven; polypropyleenflessen met een pet-wikkel, waardoor de verwerkingsmachines ze herkennen als pet… “De weg naar ecodesign, waarbij bedrijven al in het productieproces rekening houden met de periode na gebruik van het materiaal, is nog lang. Een aantal kosten wordt nu op de maatschappij afgewenteld. Zonder impulsen van de overheid zal het niet lukken.”

Denayer treedt hem daarin bij. “De overheid is bezig circulair aankopen te stimuleren, en voorziet desnoods in boni en mali. In circulair denken zitten bedrijven vaak nog in een embryonale fase, maar het komt. Kijk naar Tesla: dat heeft nagedacht, vanuit de consument, over mobiliteit in de toekomst. Dat wordt: op je gemak een krant lezen terwijl je auto je rijdt. Dat is een totaal andere beleving.”

Is een volledig circulaire economie wel mogelijk? Denayer: “Laat het ons zo zeggen: ik ben er niet van overtuigd dat het onmogelijk is. Over een aantal zaken, die nu grote obstakels lijken, hebben we misschien gewoon nog niet diep genoeg nagedacht.”

Deel uw leveranciers

Het Leuvense Bringme specialiseert zich in last-inch-logistiek. Het plaatst in bedrijfsgebouwen, appartementsblokken, parkings en dergelijke een kast die aan een app is gekoppeld. Koerierdiensten, leveranciers of winkeliers kunnen daarin een bestelling laten afleveren, waarna de klant elektronisch wordt verwittigd dat hij zijn goederen kan afhalen.

Eigenlijk functioneert de Box als een logistieke minihub voor leveranciers, maar ook voor e-commercebestellingen van medewerkers. “Door deze automatisering worden zaken op een efficiënte manier gedeeld”, weet CEO Jo Vandebergh.

De onderneming groeide uit de vastgoedontwikkelaar Ertzberg, die naam maakte met de duurzame stadswijk Tweewaters in Leuven. Intussen heeft het bedrijf vestigingen in de Benelux, het Verenigd Koninkrijk en Roemenië.

Door Bringme staan koeriers nooit meer voor een gesloten deur, en kan leveren en ophalen gebundeld gebeuren, wat een besparing tot 50 procent op ritten en CO2-uitstoot oplevert. In residentiële gebouwen stimuleert de app de bewoners zaken met elkaar te delen, zoals een boormachine. Vandebergh : “Ons doel is niet alleen de Box circulair te maken, maar op termijn ook het productieproces.”

Hergebruik uw kantoormeubelen

“Concurrenten? Vanwaar moeten die komen?” Didier Pierre, initiatiefnemer van Nearly New Office Facilities (NNOF) in Vilvoorde, is niet blind voor de moeilijkheden om een circulair bedrijf op poten te zetten. NNOF herstelt en hergebruikt kantoormeubelen. Het bedrijfje is gegroeid uit de familiale holding PMC, die vier activiteiten overkoepelt: een studiebureau voor kantoorinrichting, een verhuisbedrijf en twee logistieke ondernemingen voor de installatie van meubilair en voor het beheer van voorraden kantoormeubelen.

“Pas de jongste twee jaar weten we dat we eigenlijk een circulaire-economiebedrijf zijn, maar we zijn er al meer dan tien of vijftien jaar mee bezig”, lacht Pierre. NNOF ontstond na een studie naar de ecologische voetafdruk van de groep. Door meubelen aan te passen en te hergebruiken, worden het energieverbruik en de CO2-uitstoot fors verminderd.

Binnen vijf tot tien jaar mikt NNOF op 7 tot 8 miljoen euro omzet in België en 10 miljoen in Nederland, waar het sinds vorig jaar actief is. “Er is vraag naar onze activiteiten: we zijn ook bezig met een project in Duitsland.”

Toch beseft Pierre dat er nog een lange weg te gaan is. “De inrichtingsmarkt in België is er een van 350 tot 400 miljoen euro. Met onze omzet van bijna 4 miljoen euro in 2015 hebben we daar 1 procent van. Het is vechten tegen vastgeroeste gewoontes. De Europese Commissie lanceerde twee jaar geleden haar strategie voor een circulaire economie, om bij wijze van spreken de dag daarop 3000 nieuwe burelen te bestellen.”

De grote meubelfabrikanten bieden ook steeds meer circulaire meubels aan, waarbij de nadruk wordt gelegd op de recyclage. “Maar in de circulaire economie is dat de minst goede weg. Een auto wordt nu voor meer dan 90 procent gerecycleerd, maar het zou nog beter zijn als die wordt hergebruikt, door bijvoorbeeld de motor te vervangen. Al moeten mensen begrijpen dat ook herstellen geld kost.”

“Om dat te bereiken, is een politiek kader nodig. De overheid moet niet meer, maar andere wetgeving maken. Een van de redenen waarom we geen eigen meubelen lanceren, is de grondstofketen waarvoor we garanties en normeringen nodig hebben. Dat kunnen we niet, want we maken meubelen op basis van onderdelen van bestaande producten.”

Ook pleit hij voor duidelijke doelstellingen. “Als je oplegt dat tegen 2025 alles circulair moet zijn, dan zullen bedrijfsleiders daarop inspelen. Circulair moet op termijn het nieuwe normaal worden.”

Hergebruik uw verf

Wordt een afvalbedrijf de supermarkt van de toekomst? Zo’n vaart zal het wellicht niet lopen, maar de webshop van Renewi, het fusiebedrijf van het Nederlandse Van Gansewinkel en het Britse Shanks, breidt tegen eind dit jaar zijn assortiment gevoelig uit, zegt woordvoerster Sofie De Vlieger.

Op het programma staat bijvoorbeeld een goedkope, maar 100 procent gerecycleerde, watergedragen witte verf, waarvan het 1 miljoen liter per jaar wil produceren. Daarmee mikt het bedrijf in een eerste periode vooral op lokalen van jeugdbewegingen, sporthallen of siertelers. “We worden een waste-to-product-bedrijf, maar dat vereist ook investeringen in bijvoorbeeld productielijnen.”

Ook kattenbakvulling en houtstrooisel voor hamsters, konijnen en kuikens staan op stapel. Dat komt boven op het volledig gerecycleerde kantoorpapier, en de verkoop van compost en potgrond, die nu al wordt verspreid via de vestigingen van de groep. “We willen de pionier zijn in circulaire economie. Dat is voor ons misschien zelfs iets makkelijker, omdat we geen afvalverbrandingsovens meer hebben.”

Het bedrijf kweekt ook larven met een organische mix, waarvan de vetten als grondstof worden gebruikt voor zepen of eiwitten in houtlijm. Toch hoopt het bedrijf ook op medewerking van de klanten. Het organisch afval van restaurants kan worden vergist. Daarom investeert het bedrijf in sensibilisering om te sorteren aan de bron, maar het rekent ook op een duwtje in de rug van de overheden. “Waarom geen belastingverlaging voor de aankoop van secundaire grondstoffen? Nu kiest een aankoper doorgaans voor het goedkoopste product, dat soms uit China komt. Een btw-verlaging kan dat kostenverschil doen krimpen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content