Danny Ronaldo: ‘Een circus toont de ellende niet. Circus moet altijd verwonderen’

DANNY RONALDO "Wij zijn verplicht van onze medewerkers soms onmenselijke dingen te vragen." © JELLE VERMEERSCH
Sjoukje Smedts  medewerker van Trends

De agenda staat vol en Circus Ronaldo ontving vorige maand nog de cultuurprijs Ultima voor circus. Danny Ronaldo heeft weinig reden tot klagen. Hoewel. “Circus Ronaldo is soms een trein die niet meer kan stoppen.”

En toen stond Danny Ronaldo plots bij Disney on Ice. Hij die in zijn voorstellingen altijd zoekt naar nostalgie. Hij die al meer dan eens liet optekenen dat hij commerciële nevenproducten schuwt. “Ik kon niet anders”, legt hij uit. “Mijn dochter wilde de show zien. Ik had me voorbereid op iets heel commercieels, maar het was nog honderd keer erger. Mijn mond viel open. Mensen werden er echt leeggeplunderd.”

Ronaldo ziet het ook in het circus gebeuren. Nochtans probeert hij zich meestal af te schermen van wat er rondom hem gebeurt. Noem het zelfbescherming. “Begin ik te lezen in circusmagazines en te volgen wat de modes zijn, dan verlies ik mezelf helemaal”, vertelt hij. “Ik word daar vaak een beetje ongelukkig van. De reacties en de impulsen van buitenaf zijn altijd heel veranderlijk en beïnvloedbaar. Je wordt er gek van als je ze volgt. Daarom is het in elke kunstvorm belangrijk te zoeken naar wat je zelf wilt.”

Niet dat Ronaldo tegen verandering is. “Je kunt daar natuurlijk niet helemaal van wegblijven. Ik zie mezelf eerder als een vis in een woelige zee. Die vis zal ook wel voelen dat hij in woelig water zwemt, maar hij zal daarin op zijn eigen manier kunnen bestaan. Er zijn circussen die zoeken naar de nieuwste muziek en kiezen voor een tempo dat even hoog ligt als dat van een Disneyfilm. Razendsnel gaat het daar, want ze willen inspelen op het tempo dat het publiek schijnbaar nodig heeft. Ze willen zeker niemand vervelen.”

Ronaldo gelooft eerder in het tegenovergestelde: dat het publiek op zoek is naar een vorm van traagheid. “En naar de verwondering om het kleine”, vult hij aan. “Naar hoe een mens in staat is een ander te ontroeren met iets heel kleins, iets heel simpels. Daar vinden mensen nog hoop in. Als je elke keer iets moet zien spetteren dat je nog nooit hebt zien spetteren om je verwonderd te voelen, krijg je een zwaarmoedig gevoel. Onbewust weet je dat dat die verwondering opraakt.”

Speelt u daarom in op die hang naar nostalgie?

DANNY RONALDO. “Mensen vonden altijd al dat circus iets nostalgisch had, hoor. Al in 1900 zeiden ze dat circus deed denken aan vroeger. Alleen hadden bezoekers altijd andere redenen om naar het circus te gaan. In de middeleeuwen waren circussen media. Zodra ze met hun woonwagens op de markt aankwamen, vloog iedereen erop als vliegen op een pot siroop. Iedereen wilde de verhalen van andere steden en landen horen. Vandaag is er een overdosis aan media. Later was het circus de enige plek waar je als deftige burger naartoe kon om blote billen te zien. Daar hebben mensen tegenwoordig ook geen gebrek aan. De tijd dat mensen voor het eerst een olifant zagen in het circus, is eveneens voorbij. Cirque du Soleil maakte daarom een trekpleister van stunts die je nooit eerder had gezien, maar sinds de komst van YouTube kennen mensen die ook al allemaal.”

Als je ziet dat een clown dik geld verdient, is de magie meteen weg

Wat doet een circustent dan nu nog vollopen?

RONALDO. “Wat circus vandaag aantrekkelijk maakt, is dat mensen er hun diepste gevoelens kunnen herkennen. Ik denk dat het publiek er ook zoekt naar hoop, want als je ziet wat mensen tegenwoordig allemaal uithalen, kun je je afvragen of het nog wel een fijn gevoel is mens te zijn. Het circus en vooral de clowns laten je zien dat het leven wel nog mooi kan zijn. Het toont de zwakheid en de lelijkheid van de mens, maar ook de schoonheid die daarin schuilt. Je ziet er bijvoorbeeld hoe de mislukkingen van een clown leiden tot zijn grootste succes. Dat geeft hoop. In de circustent beseffen mensen opnieuw dat ze zich niet alleen moeten richten op het succes of het eindresultaat, maar evengoed op de mislukking en de verrassing in de mislukking. Dat geeft een goed gevoel. Zoiets kun je niet digitaal beleven.”

Ziet u dan ook altijd het mooie in een mislukking?

RONALDO. “Ik ben daar ontzettend in veranderd. Toen ik 25 was, peigerde ik de spelers af. Ik eiste perfectie. Nu ik bijna 50 ben, zeg ik voor een voorstelling tegen mijn collega’s dat ze zich vooral moeten amuseren. Dat vind ik nu belangrijker dan een perfecte timing. Dan komen de echte emoties vrij en daar kunnen we iets mee doen. Al blijf ik het soms lastig vinden mensen aan te sturen. Ik speel nog altijd beter dan ik regisseer. Je kunt moeilijk een idee aan iemand opdringen. Mensen zijn toch altijd het best in iets dat ze zelf hebben gevonden. Het is dus de kunst iemand zelf iets te laten ontdekken. Het is niet eenvoudig daar een balans in te vinden.”

Is het lastig de balans tussen spelen en ondernemen te vinden?

RONALDO. “We werken samen met een boekingskantoor dat de mogelijkheden onderzoekt en de hele tournee maakt. Daarnaast hebben we één iemand in dienst die het zakelijke deel, de administratie en de communicatie voor haar rekening neemt. Voor haar is dat eigenlijk te veel werk, want de bureaucratie is de jongste twintig jaar in opmars. Je zou denken dat er nooit te veel communicatie kan zijn, maar ik merk toch dat de groei in communicatie voor gezelschappen en firma’s soms dodelijk is. Toen wij in 1996 onze eerste grote buitenlandse reis maakten, gingen we met de woonwagens en de tent de boot op richting Reykjavik. Daar zijn vijf of zes faxen over gestuurd. Voor een doorsneeoptreden in eigen land gaan er vandaag vijftig tot zestig mails over en weer. Mensen hebben zo veel meer vragen dan vroeger. Terwijl we eigenlijk op dezelfde manier werken als twintig jaar geleden. Zelfs nu nog is het vaak door toeval dat we worden gevraagd om in het buitenland te spelen, bijvoorbeeld omdat een organisator ons ergens anders zag spelen.”

U houdt er bij het maken van een voorstelling toch rekening mee dat ze internationaal kan aanslaan?

RONALDO. “Ook dat groeit organisch, hoor. Toen ik 18 was, had ik er bijvoorbeeld geen zin meer in veel te praten tijdens voorstellingen. Dus ging ik op zoek naar andere manieren om met het publiek te communiceren. Ik kwam ik uit bij de oude verhalen van de commedia dell’arte. Zo ontdekte ik dat komedianten ooit van Lodewijk XIV het verbod kregen nog in het openbaar te praten. Daarom ontwikkelden ze een brabbeltaaltje dat iedereen begreep, maar waarop de koning geen censuur kon toepassen. Omdat er eigenlijk niets verstaanbaar werd gezegd. Dat taaltje heet het Grammelot. Plots merk je dat dat taaltje ook ideaal is omdat je er in het buitenland geen vertaling voor nodig hebt. Grote veranderingen komen dus vaak voort uit een gemis en blijken dan meestal ook nog interessant als verkoopformule.”

DANNY RONALDO
DANNY RONALDO “Mensen zijn altijd het best in iets dat ze zelf hebben gevonden.”© JELLE VERMEERSCH

Geeft dat vertrouwen, dat er altijd wel iets komt?

RONALDO. “De grote angst van spelers blijft toch dat je 20 procent van wat je doet niet zelf in de hand hebt. Je weet dat je iets kunt, dat je talent hebt en dat je iets hebt geleerd, maar zekerheid heb je nooit. Dat is voor ondernemers niet anders. Die angst maakt je onrustig. Al mogen we over het vullen van de agenda niet klagen. Circus Ronaldo is soms zelfs een trein die niet meer kan stoppen. Af en toe denk ik dat het goed zou zijn een aantal maanden niet te spelen, maar dat kan niet. Onder meer omdat het circus in Vlaanderen heel flauw wordt gesubsidieerd. Wij kunnen alleen projectsubsidies vragen en als je dan eens 70.000 euro krijgt, is dat al veel. Terwijl theatergezelschappen een veelvoud van dat bedrag krijgen. Er is nu wel vastgelegd dat structurele subsidie voor circussen vanaf 2021 mogelijk wordt, maar er is niet bij gezegd hoeveel budget daarvoor is. Met de pot geld die er nu is, heeft structurele subsidie geen zin. Daarom zijn wij verplicht om veel te spelen, om overuren te maken, om van onze medewerkers soms onmenselijke dingen te vragen. Gelukkig doen we het allemaal heel graag en hebben we de aanbiedingen om het te kunnen doen.”

Een circus toont de ellende niet. Circus moet altijd verwonderen

Sommigen opperen dat circussen daarom maar zonder subsidies moeten blijven werken.

RONALDO. “Ik kan heel goed begrijpen dat er mensen zijn die er zo over denken, want een circus toont de ellende niet. Circus moet altijd verwonderen. Als je een jongleur ziet afzien, is het ook niet meer leuk hem te bekijken. Daarom merkt het publiek niet dat wij heel veel afzien om te doen wat we doen. Maar je kunt je medewerkers niet blijven vragen zulke grote inspanningen te leveren. Zo kan het dus niet blijven duren, tenzij je je ziel verkoopt en commerciële dingen gaat doen: vlagjes verkopen, popcorn geven, kinderen op een pony laten rijden, een foto laten maken met de clown. Net zoals bij Disney on Ice dus.”

Waarom bent u daar zo categoriek tegen?

RONALDO. “Circus is heel fragiel. De poëzie en magie leeft alleen maar als een circus puur, eerlijk en doorleefd is. Of dat is toch mijn persoonlijke visie. Veel mensen spreken me tegen als het daarover gaat. Ze zeggen dat circus spektakel moet brengen en moet meegaan met de tijd. Die mensen brengen laserstralen en de laatste nieuwe snufjes naar het circus. Daar is het publiek volgens mij toch niet naar op zoek, want die zaken vind je tegenwoordig in alle discotheken en zelfs in winkelketens. Let op, ik vind ook dat circus met de tijd mee moet gaan, maar niet op die manier. Mensen willen toch nog altijd meegaan in de illusie van de clown, in het idee dat hij iemand is die niet kan functioneren in de maatschappij. Als je dan ziet dat hij dik geld verdient omdat hij vlagjes verkoopt, is de magie meteen weg. Ik besef ook wel dat het commerciële denken voor een groot deel voortkomt uit het feit dat circus lang stiefmoederlijk is behandeld.”

Toch raadt u uw zonen het circusleven niet af.

RONALDO. “Klopt, ik raad het hen helemaal niet af, maar het is geen vanzelfsprekend leven. Er komen zo veel jonge artiesten uit circusscholen, er zijn zo veel nieuwe compagnieën. Voor de mogelijkheden en de middelen die er nu zijn, zijn we eigenlijk al met te veel in de circuswereld. Daarom dat het meer dan ooit duidelijk is dat het zin heeft dat de overheid gaat investeren in circuskunst. Er gebeurt in Vlaanderen heel veel, zowel rond klassiek circus als rond vernieuwend circus. De aanhangers van het traditionele circus zeggen dat al dat nieuwe circus niet zou mogen bestaan omdat het niet langer de traditionele ingrediënten gebruikt. De nieuwe lichting zegt dan weer dat het klassieke circus niet gelijkstaat aan kunst, maar aan een opeenvolging van kunstjes. Wat allebei even grote waanzin is. Het is soms wel moeilijk daar met Circus Ronaldo ergens tussenin te staan.”

Voelt u dan jaloezie in de sector?

RONALDO. “Dat niet, maar ik voel me soms wel eenzaam, omdat ik noch bij de ene noch bij de andere groep hoor. Ach, die eenzame positie past wel weer bij het clown zijn en bij het soort circus dat wij maken. Als je tussen de mensen leeft, merk je toch minder op dan als je de wereld vanuit die eenzame positie en vanaf een afstand kunt bekijken. Heel erg vind ik die positie dus niet, al knaagt het soms wel een beetje. En wat ik zie vanaf die afstand? Dat stemt me wel positief. Ja, eigenlijk ben ik heel positief. Niet alleen voor het circus, ook voor de rest van de wereld. Ook al ziet het er nu soms nog naar uit dat het allemaal gaat mislukken.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content