Hans Bourlon (CEO Studio 100) blikt vooruit: De mens heeft het stuur uit handen gegeven – het jaar 2060

HANS BOURLON © .
Hans Bourlon CEO van Studio 100

In De Tijdreiziger blikt Hans Bourlon, CEO van Studio 100, met veel fantasie enkele decennia vooruit.

Tien kleurrijke racewagens staan onder een stralende zon op een rij.

“20 minuten voor de start”, schalt door de luidspreker. Ik neem mijn helm en stap samen met de andere autocoureurs naar de startlijn. Ik kies voor de donkerrode auto en ga in de cockpit zitten. Het interieur is ouderwets en sober. Er is een stuur, een wijzer die de snelheid aangeeft, een gaspedaal en een versnellingspook. Hoe anders is de wijze waarop ik hierheen gekomen ben. Want op de openbare weg rijden vandaag alleen nog hightech zelfrijdende wagens.

“15 minuten voor de start.” Op de tribune nemen tientallen supporters plaats.

Deze morgen heb ik zo’n zelfrijdende wagen opgeroepen met mijn tablet. Meteen kwam hij aangereden. Hij stopte voor mijn deur. Ik zei de naam van de bestemming en de wagen vertrok. Meteen leunde ik comfortabel achterover in de sofa. Mijn wagen sloot automatisch aan bij de sliert auto’s in de straat. Ik keek rond. De mensen in de wagens deden een dutje of spraken met anderen die op hun schermpjes te zien waren. Er zaten stokoude mensen in de auto’s. Ook kinderen, zonder begeleiding, die hun huiswerk maakten. Voor de school stapten ze uit. Hun wagens reden meteen weer verder om andere passagiers op te pikken. Niemand bezit nog een wagen. Maar de automerken bieden deelsystemen aan.

Zo’n zelfrijdende wagen doet alles zelf. Hij is voorzien van sensoren die met de andere auto’s en met de weginfrastructuur communiceren. Lichten en verkeersborden zijn nergens nog te zien, wat het straatbeeld veel mooier maakt. Een centrale computer in het verkeerscentrum stuurt het verkeer efficiënt aan. Files komen daardoor haast nooit meer voor. Ongelukken zijn zeldzaam.

Nog 5 minuten, toont de aftelklok naast de startlijn. Eén voor één starten de wagens met luid geraas hun motor. Een grote walm uitlaatgassen omhult de startlijn. Vandaag in onze steden snuif je enkel zuivere lucht op in de straten. Zelfrijdende wagens rijden op waterstof en… ze maken geen geluid.

De man met de koptelefoon houdt zijn pistool in de lucht. “Pang!” Ik duw mijn gaspedaal diep in en snel naar de eerste bocht. Ik rij meteen in derde positie. Op het rechte stuk dat volgt, steken twee wagens mij voorbij. Wacht maar, mijn kans komt nog.

Vandaag leert niemand nog met de auto te rijden. Tenzij een paar enkelingen, uit nostalgie, als racepiloten. Circuits zijn de enige plaatsen waar mensen nog toelating hebben om zelf te rijden.

Vier à vijf generaties mensen hebben de vrijheid gekend om zelf achter het stuur te zitten op de openbare weg.

Maar de prijs daarvoor was hoog. Begin deze eeuw kwamen nog meer dan 1 miljoen mensen per jaar om in het verkeer. Dat is twee keer zoveel doden als oorlog, misdaad en terrorisme samen maakten. En de ongelukken waren bijna altijd het gevolg van menselijke fouten.

Maar het waren vreemd genoeg de files die het einde van het autorijden veroorzaakten, niet de verkeersdoden. Op een dag stond het verkeer de hele tijd stil en was de vrijheid om zelf te sturen niets meer waard. De overgang van het zelf rijden naar de zelfrijdende wagen duurde maar een paar jaar en verliep vlot.

Ik heb tienduizenden kilometers achter het stuur gezeten, jaar na jaar, decennialang. Ik heb in de bergen gereden, op autostrades en in drukke steden. Ik heb zoveel meer ervaring dan die zondagsrijders hier op het circuit. Dat vertrouwen maakt mij onoverwinnelijk.

Ik duw mijn gaspedaal bruusk in en race vinnig door de bochten. Mijn stuurbeheersing en remtechniek zijn feilloos. De laatste ronde. Ik stuif roekeloos op de bochten af. Ik hou de ideale lijn, slalom voorbij mijn voorliggers en… win met voorsprong de race. De man zwaait met de geblokte finishvlag. Ik bal mijn vuist en rij glunderend voorbij de tribune. Het publiek applaudisseert.

Meedoen aan competities is leuk voor een tijdreiziger, denk ik, als ik op het podium met mijn bloemen wuif.

Wat kan ik nog proberen? Een wedstrijd schoonschrift? In 2060 schrijft niemand nog. Of meedoen aan een survivaltocht? Mensen geloven al decennia blind wat hun gps vertelt. Het vermogen om te navigeren is als een spier. Als je die niet traint, blijft er niets meer van over.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content