Belgische MIT-professor Pattie Maes: ‘Het is mogelijk België op de wereldkaart te zetten met technologie, maar het kost geld’

PATTIE MAES "Het is niet voldoende dat de overheid geld in artificiële intelligentie steekt, het moet ook van de privé komen." © Dieter Telemans
Stijn Fockedey
Stijn Fockedey Hoofdredacteur a.i.

Pattie Maes geldt al bijna dertig jaar als een wereldautoriteit in artificiële intelligentie en de relatie tussen mens en machine. De naar Boston uitgeweken professor werd onlangs gelauwerd met de Insead Innovator Prize en adviseert de federale overheid over artificiële intelligentie.

Het verdrinkt tussen al het politieke geruzie, maar België schakelt een versnelling hoger voor artificiële intelligentie. De technologie kan een even grote impact hebben als de invoering van elektriciteit en ons land wil daar klaar voor zijn. Vlaanderen trekt 30 miljoen euro extra uit voor onderzoek naar artificiële intelligentie. Op federaal niveau heeft minister Alexander De Croo (Open Vld) een commissie van experts gevraagd begin dit jaar aanbevelingen te doen over een nieuwe overkoepelende strategie voor artificiële intelligentie.

Pattie Maes is een van hen. De naar de Verenigde Staten uitgeweken Maes wordt wereldwijd gezien als een autoriteit in artificiële intelligentie en leidt aan de topuniversiteit MIT in Boston de Fluid Interfaces-onderzoeksgroep over de relatie tussen mens en technologie. “Het is fantastisch dat de Belgische overheden er een prioriteit van maken”, zegt Maes. “In tegenstelling tot Trump die niet in wetenschap gelooft. Het zal belangrijk worden zich te specialiseren. Het is beter de bedragen die nu op tafel liggen op enkele projecten in te zetten die het verschil kunnen maken.”

“In de Verenigde Staten wordt een veelvoud geïnvesteerd, ook omdat de privésector het onderzoek daar mee financiert. Ik geloof dat IBM al voor 90 miljoen dollar aan onderzoeksprojecten bij het MIT heeft lopen. Dat is nog een werkpunt voor België. Het is niet voldoende dat enkel de overheid er geld in stopt, het zal ook van de privé moeten komen. 70 procent van de fondsen van Media Lab, de afdeling waar ik aan verbonden ben, komt van bedrijven zoals Google en Bose. Er is vaak een intense wisselwerking. De mensen van Bose bezoeken ons om de drie weken. Wij steken daar allebei enorm veel van op en dat leidt tot meer realistische toepassingen.”

U kreeg van de Belgische alumnivereniging van de managementschool Insead de Innovator Prize voor uw verwezenlijkingen in artificiële intelligentie.

PATTIE MAES. “Ik vind niet dat ik er zo uitspring, zeker niet aan het MIT. We worden daar gewoon aangemoedigd om een impact proberen te hebben, via onze research en via start-ups. Ik heb veel geluk gehad.”

Van Wemmel naar het prestigieuze MIT in Boston, dat is niet alleen te verklaren door geluk.

MAES. “Ik had een goede intuïtie om op het juiste moment op de plaats te zijn waar het interessantste werk gebeurt. Ik heb computerwetenschappen gestudeerd tijdens de oliecrisis in de jaren zeventig. Eigenlijk wou ik architectuur of biologie studeren, maar ik zag hoe zelfs hoogopgeleiden niet aan de bak raakten. Met computerwetenschappen dacht ik tenminste nog een job hebben. Ik had er natuurlijk interesse voor, maar ik heb nooit gefocust op computerwetenschappen als discipline. Ik heb altijd willen kijken hoe technologie de mens kan helpen.

“Aan de VUB was informatica een aparte opleiding en was er een onderzoeksgroep onder leiding van Luc Steels die zich bezighield met artificiële intelligentie. Ik heb in mijn tweede jaar voor het eerst les gekregen over artificiële intelligentie en ik was direct geprikkeld. Via een beurs mocht ik na mijn doctoraat drie maanden studeren aan het MIT. Toen dat bijna afgelopen was, kreeg ik het voorstel visiting professor te worden. Ik kon dat eerst niet geloven, ik dacht dat ze de verkeerde vast hadden. Er waren toen al veertig professoren in de onderzoeksgroep over artificiële intelligentie. Ik was de eerste vrouw. Nadien stapte ik over naar het multidisciplinaire Media Lab.”

Het is mogelijk België op de wereldkaart te zetten met technologie, maar het kost geld

Verwachten we te veel van artificiële intelligentie?

MAES. “Het is nu zeker een hype. We staan nog ver af van general intelligence (zoals de mens heeft, nvdr). We werken nu vooral aan neurale netwerken, een subdiscipline die eigenlijk relatief eenvoudig is. Men moet vooral veel data hebben. Daarom komt China zo sterk op. Het heeft veel meer data omdat privacy er minder belangrijk is. Er is wel weerstand tegen zaken zoals gezichtsherkenning en andere data-analyse. Ik heb in artificiële intelligentie al een zomer en een winter meegemaakt. Nu is het weer zomer, maar er komt wel weer een tijd aan met meer realisme.

“We vinden steeds meer toepassingen voor neurale netwerken. Maar tijdens de eerste boom geloofde iedereen in expert systems, software die bijvoorbeeld artsen helpt een diagnose te stellen. Maar het bleek snel dat die systemen zeer gespecialiseerd moesten zijn om goed te werken. Vaak is voor een goede diagnose een zeer brede kijk nodig. Bovendien wilden dokters die systemen niet gebruiken in het bijzijn van patiënten, omdat het slecht overkomt dat een expert nog alles moet opzoeken. De toepassingen van nieuwe artificiële-intelligentietechnieken in de medische wereld zouden nu ook op diezelfde obstakels botsen.”

Ik heb nooit gefocust op computerwetenschappen als discipline. Ik heb altijd willen kijken hoe technologie de mens kan helpen

Is dat niet waar u zich als onderzoeker op concentreert, het wegwerken van de frictie tussen de mens en technologie?

MAES. “Inderdaad. We zijn onafscheidelijk van onze smartphone, maar we worden er nog te veel door gestoord. En dat terwijl die toestellen in zekere zin meer over u weten dan pakweg uw ouders of beste vriend. U neemt dit interview op met uw telefoon. Die zou vanzelf moeten weten dat u niet gestoord wil worden. Er is nog veel meer mogelijk. Smartphones krijgen steeds meer sensoren waardoor ze nog sneller op de bal kunnen spelen en bijvoorbeeld kalmerende muziek kunnen suggereren wanneer u nerveus bent.”

Is dat niet eng?

MAES. “Natuurlijk moeten we opletten. Ik zie het zeker niet te rooskleurig. Ik heb mijn studenten de opdracht gegeven naar de serie Black Mirror te kijken (een populaire serie die de gevaren van technologie belicht, nvdr). Daarmee heb ik de krant gehaald. De kracht van de serie is dat ze dingen die nu al bestaan, uitvergroot, zoals het scoresysteem dat de Chinese overheid invoert om haar burgers in het gareel te laten lopen. Bij het MIT besteden we veel aandacht aan ethiek zodat onze studenten voldoende besef hebben van de maatschappelijke impact van de technologie.”

PATTIE MAES
PATTIE MAES “Ik had een goede intuïtie om op het juiste moment op de plaats te zijn waar het meest interessantste werk gebeurt.”© Dieter Telemans

In welke sector hoopt u dat de artificiële intelligentie op een positieve manier het verschil kan maken?

MAES. “Een smartphone geeft je toegang tot informatie, maar helpt je niet met dingen zoals motivatie of gedragsverandering. In de psychiatrie en de psychologie hebben we nog altijd niet de juiste therapieën. Daarom vind ik dat een zeer interessant domein. Een psycholoog kan je wel tijdens een sessie aanleren wat je moet doen als je nerveus wordt. Maar jouw smartphone weet wanneer je nerveus wordt en kan je veel gerichter advies geven.

“Natuurlijk ben ik er mij van bewust dat de mens de controle moet behouden en dat zulke data niet in de verkeerde handen mogen vallen. Daarom moet je ook altijd rekening houden met de worstcasescenario’s en toestellen of software ontwikkelen met die instelling. Bovendien kan je als technoloog keuzes maken die een goed compromis vormen tussen functionaliteit en privacy. Je kan perfect afbakenen welke data echt privé zijn.”

U richtte al verschillende bedrijven op. Zou u voltijds ondernemer willen worden?

MAES. “We worden aangemoedigd om snel praktische toepassingen te vinden voor onze research. Nogmaals, ik vind niet dat ik er echt bovenuit steek aan het MIT. Ik ben eigenlijk vooral actief als adviseur en bestuurslid. Een derde van onze studenten richt een bedrijf op. Ik heb drie bedrijven mee opgericht. De eerste twee jaar vind ik fantastisch. De verdere uitvoering van het idee boeit mij minder.”

U bent bijna dertig jaar weg uit België, kijkt u als een buitenstaander naar ons land?

MAES. “Je krijgt een andere kijk als je zo lang weg bent. Je weet dat de dingen anders en vaak beter kunnen. Ik vind op Zaventem vliegen niet de beste reclame voor ons land. Een deel van het gebouw is vernieuwd, maar als je buitenkomt, kom je eigenlijk nog altijd op een grauw terrein waar sigarettenrook hangt.

“Toen ik naar Amerika vertrok, was het verschil met Europa zeer groot. Het moderne internet bestond nog niet, we hadden wel al een voorloper van e-mail. Maar als je iets wou leren over artificiële intelligentie, dan moest je naar de Verenigde Staten trekken. Nu is er veel meer mogelijk in Europa. Kijk naar het Leuvense onderzoekscentrum imec, dat vanuit Vlaanderen tot een wereldtopper is uitgegroeid. Het is dus mogelijk België op de wereldkaart te zetten met technologie, maar het kost geld. Het onderzoek naar computerchips en halfgeleiders van imec is zeer kapitaalintensief. Eigenlijk is onderzoek naar artificiële intelligentie relatief goedkoop. Je kunt zelfs met 30 miljoen iets bereiken, op voorwaarde dat er goede keuzes worden gemaakt.”

Het is arrogant, maar iedereen aan MIT denkt na hoe hij de wereld wil veranderen. Ik mis dat in België

Zou u terug naar België komen om een onderzoekscentrum voor artificiële intelligentie à la imec te runnen?

MAES. “Nee, dat zou alleen al privé te moeilijk zijn. Mijn man is een Amerikaan, mijn zonen spreken geen Nederlands. Daarnaast ben ik ook van de Amerikaanse kijk op het leven gaan houden, think big. Het is arrogant, maar iedereen op MIT denkt na hoe hij de wereld wil veranderen. Ik mis dat in België en ik vind het ook jammer dat men hier alles politiek nog meer willen versnipperen. België heeft zeer goed onderwijs en andere troeven, maar we zouden internationaal beter scoren als we niet altijd alles zo provincialistisch zouden regelen.”

Bio

· 57 jaar

· Studeerde en doctoreerde in de computerwetenschappen aan de VUB

· Professor of Media Technology, MIT Media Lab

· Leidt de Fluid Interfaces-onderzoeksgroep, doet onderzoek naar een betere integratie van technologie in het dagelijkse leven

· Kreeg eind 2018 de Innovators Prize van de Insead Alumni Association of Belgium. Ze kreeg eerder ook al andere internationale prestigieuze onderscheidingen van onder meer het World Economic Forum.

· Adviseert techbedrijven en is medeoprichter van Firefly Networks, Open Ratings en Tulip Co.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content