Jeroen Dijsselbloem over eurocrisis: ‘De Griek als slachtoffer is niet het volledige verhaal’

Jeroen Dijsselbloem, voorzitter van de Eurogroep © REUTERS
Jozef Vangelder
Jozef Vangelder redacteur bij Trends

Dat de Griekse crisis niet leidde tot een instorting van de muntunie, is mee te danken aan de vaste hand van de Nederlandse politicus Jeroen Dijsselbloem, de toenmalige voorzitter van de Eurogroep. Dankzij hem worden banken niet langer gered met belastinggeld. “Wat we verkochten als de redding van de spaarder, was in feite de redding van de aandeelhouder.”

Het scheelde weinig of de fameuze Griekse crisis was amper meer dan een voetnoot geweest in de geschiedenis van de euro. In het zog van de financiële crisis in 2008 moesten zowat overal in Europa banken worden gered en overheden gestut. In 2010 kreeg ook Griekenland het lastig, maar in 2014 waren de grootste problemen alweer voorbij. Griekenland kende opnieuw economische groei, de werkloosheid daalde, de overheid leende zelfs weer geld op de kapitaalmarkten.

Maar toen kwam de rebelse premier Alexis Tsipras, en vooral zijn flamboyante minister van Financiën Yannis Varoufakis. Hij werd ‘de duurste minister van Financiën ooit’, schrijft Jeroen Dijsselbloem in zijn boek De Eurocrisis, het verhaal van binnenuit. “Ik krijg er nog steeds buikpijn van,” vertelt Dijsselbloem. Hij was in die tijd voorzitter van de Eurogroep, de vergadering van de ministers van Financiën van de eurozone, die de eurocrisis moest zien te bedwingen. “In zijn mediaoptredens overal in Europa verkondigde Varoufakis dat Griekenland failliet was en zijn schulden niet kon terugbetalen. Je zag toen de Griekse banken letterlijk leeglopen. Het vertrouwen in het land droogde volledig op. Klaus Regling, de baas van het latere noodfonds ESM, berekende de schade voor Griekenland op minstens 100 miljard euro.”

Met Griekenland kwam het uiteindelijk nog goed. Italië wordt een ander paar mouwen. Varoufakis is een doetje vergeleken met een volbloed populist als Matteo Salvini.

JEROEN DIJSSELBLOEM. “Als de Italiaanse regering haar programma doorvoert, dan ontspoort de begroting volledig. Zij zal proberen de bevolking wijs te maken dat het de schuld is van Europa, maar dat is natuurlijk flauwekul. Zelfs als we morgen de Europese begrotingsregels afschaffen, dan nog heeft de Italiaanse begroting nauwelijks marge.”

‘Zelfs als we morgen de Europese begrotingsregels afschaffen, dan nog heeft de Italiaanse begroting nauwelijks marge’

“Alleen al om de staatsschuld te herfinancieren heeft Italië de komende vijf jaar ruim 200 miljard euro per jaar nodig. Gelukkig is de staatsschuld grotendeels in handen van de Italianen, die minder snel weglopen dan buitenlandse beleggers. Dat verzacht echter de dwang om de problemen echt aan te pakken. Daarom zal Italië doen wat het al jaren doet: voortmodderen.”

Zo blijft de muntunie een bont allegaartje. Zal de euro over tien jaar nog bestaan?

DIJSSELBLOEM. “Ik denk het wel, zeker als je weet hoeveel tijd, moeite en politiek kapitaal Angela Merkel en andere toppolitici in de overleving van de muntunie gestoken hebben. Dat zullen zij niet meer uit handen geven. Het internationaal beleggersvertrouwen in de euro is nooit in gevaar gekomen, de muntkoers is al die tijd stabiel gebleven. Het was de eurozone als politiek samenwerkingsverband dat op springen heeft gestaan.”

Blijft die samenwerking niet de zwakke plek? Een muntunie leeft op afspraken, maar de lidstaten blijven souverein. Tsipras en Varoufakis deden maar wat, en nu kan ook de Italiaanse regering naar hartelust stokken in de wielen steken.

DIJSSELBLOEM. “Nogmaals, de Italiaanse regering kan doen alsof er geen Europese begrotingsregels zijn, maar waar gaat ze het geld vandaan halen? Voor de Europese commissie blijft het natuurlijk een ondankbare rol. Zij moet lidstaten onder druk te zetten om de regels na te leven. Populisten grijpen dat telkens weer aan om luidkeels te verkondigen: ‘Waar bemoeit Europa zich mee? Schande!’ We hebben Europa als excuus gegeven aan de populisten, en dat is jammer.”

Is het niet de kiezer die het zichzelf gemakkelijk maakt? Uw boek bevat een constructief plan voor de versterking van de euro. Maar zoiets krijg je niet uitgelegd in een tweet.

DIJSSELBLOEM. “Chinese overheidsvertegenwoordigers zeiden het mij met een fijne glimlach om de mond: ‘Zolang het democratisch moet, zal Europa toch nooit hervormen?’ Welnu, Europa is hervormd. Ik kan een lange lijst van hervormingen opnoemen, niet alleen in lidstaten die Europese noodsteun kregen, ook in landen als Nederland of de Baltische staten. In Frankrijk is Emmanuel Macron president kunnen worden op basis van een pure hervormingsagenda. We zullen zien of hij succesvol wordt. Maar volgens mij blijven mensen ontvankelijk voor verstandige ideeën.”

‘De Griekse economie is erg oligarchisch. Een paar rijke families hebben grote delen van de economie in handen, zoals de scheepvaart, en oefenen enorme invloed uit op de politiek’

Zo’n verstandig idee was het opdoeken van de grondwettelijke belastingvrijstelling van de grote Griekse rederijen. Is dat intussen gebeurd?

DIJSSELBLOEM. “Ik weet het niet zeker. Het was één van mijn grootste frustraties. De Griekse economie is erg oligarchisch. Een paar rijke families hebben grote delen van de economie in handen, zoals de scheepvaart, en oefenen enorme invloed uit op de politiek. De regering Tsipras, de meest linkse regering van Europa, wou aan de belastingvrijstelling niet tornen, hoezeer wij ook aandrongen. ‘Dan gaan de rederijen weg uit Griekenland’, was het argument, en misschien klopte dat ook. Maar de rederijen droegen nauwelijks bij tot de Griekse tewerkstelling. De schepen waren bemand met goedkope Aziaten en Zuid-Amerikanen. En belasting betaalden de rederijen ook al niet. Met als gevolg dat de gewone Griek steeds meer belasting betaalde.”

De gewone Griek draait vooral op voor de verliezen van de Duitse en Franse banken die zich, blind voor de risico’s, verbrand hadden aan leningen voor Griekenland, schrijft u.

DIJSSELBLOEM. “Overal in Europa zijn de banken gered met belastinggeld, waardoor de overheidsschuld omhoog sprong, ook in Griekenland. In Ierland was het zelfs erger, daar ging de overheidsschuld van 25 naar 124 procent van het bruto binnenlands product. De zogenoemde bail-out van de banken heeft de aandeelhouders en de bankobligatiehouders gered ten koste van de belastingbetaler. Dat mag nooit meer gebeuren. Wie de winsten opstrijkt, moet ook de verliezen dragen. Maar toen durfden we dat niet doordrukken.”

‘Na de val de zakenbank Lehman Brothers in 2008 was de paniek zo groot dat we elke bank wilden redden’

“Na de val de zakenbank Lehman Brothers in 2008 was de paniek zo groot dat we elke bank wilden redden. Want we moeten het spaargeld van de mensen veilig stellen, klonk het. Dat was natuurlijk waar. Maar wat we verkochten als de redding van de spaarder, was in feite de redding van de aandeelhouder. Voor de belastingbetaler is dat een onvoorstelbaar dure operatie geweest.”

Ook voor de Griekse belastingbetaler. De discussie over de houdbaarheid van de Griekse overheidsschuld loopt nog altijd.

DIJSSELBLOEM. “Ja, maar de Griek als slachtoffer is niet het volledige verhaal. De Grieken hebben de kredietzeepbel laten aanzwellen. Al die leningen van de Duitse en Franse banken zijn aangegaan door Griekse burgers, bedrijven en overheden. Die hebben dat geld echt uitgegeven. In 2008, twee jaar voor de start van de Griekse crisis, bedroeg het tekort op de lopende rekening 14 procent. Griekenland leefde op veel te grote voet en volledig op de pof. In de tien jaar voor de crisis waren de Griekse lonen met liefst 80 procent gestegen, in de overheidssector zelfs met 117 procent, zodat de economie haar concurrentiekracht compleet kwijtraakte.”

Terug naar de redding van de banken. In Cyprus doorbrak u het grote taboe. Wie de dividenden en rentes opstreek, moest eindelijk ook de verliezen dragen.

DIJSSELBLOEM. “De rekening was niet langer voor de belastingbetaler. Het was een gamechanger, en zou het basisprincipe worden van de latere Bankenunie. Toen de Cypriotische banken in nood kwamen, waren ze een enorm waterhoofd, vol geld van rijke Russen. Dat Europese noodleningen dat geld veilig zouden moeten stellen, vond ik zo verkeerd. Het zou de Cypriotische overheid, en dus de Cypriotische belastingbetaler met een enorme schuld opgezadeld hebben.”

Zal het principe ‘potje breken, potje betalen’ overeind blijven in de toekomst?

DIJSSELBLOEM. “Dat is de vraag bij elk principe. Het vraagt onafhankelijke instellingen en standvastige politici. Als we in de toekomst nog eens massaal belastinggeld naar de banken gooien, dan hoop ik dat de kiezer correct reageert.”

Naderhand hebben ook de private schuldeisers van de Griekse overheid het potje moeten betalen, of toch een deel ervan. Intussen moesten de Grieken wel strenge besparingen slikken, die het voor de Griekse economie nodeloos erger hebben gemaakt, aldus critici.

DIJSSELBLOEM. “De strenge besparingen hebben de Griekse economie met 25 procent doen krimpen, is het argument. Wat daarbij vergeten wordt, is dat het gemiddelde besteedbare inkomen met 40 procent gestegen was in enkele jaren voor de crisis. Zoals ik al zei, deze welvaart op krediet was niet vol te houden. Bij het begin van de crisis had Griekenland een begrotingstekort van 15 procent en een schuldgraad van 120 procent van het bbp, en daar zat Europa voor niets tussen.

‘Normaal moet je in slechte jaren de economie stimuleren met een buffer opgebouwd in de goeie jaren. Maar die buffer was er niet’

Heeft het hulpprogramma daarna de Griekse crisis verergerd? Bezuinigingen tijdens een crisis zijn natuurlijk economisch schadelijk. Maar wat is het alternatief bij een begrotingstekort van 15 procent? Normaal moet je in slechte jaren de economie stimuleren met een buffer opgebouwd in de goeie jaren. Maar die buffer was er niet. Op één punt was het hulpprogramma te hard: op vijf jaar tijd moest het Griekse begrotingstekort van 15 procent naar minder dan 3 procent. Geen wonder dat het langer dan vijf jaar heeft geduurd.”

Europa is nog altijd te streng, vindt het IMF. Griekenland moet nog tot 2060 primaire begrotingsoverschotten boeken die onhaalbaar zouden zijn.

DIJSSELBLOEM. “Het IMF is buitengewoon somber over Griekenland. De Europese Commissie is dan weer te optimistisch. Maar een economie draait om veel meer dan begrotingstekorten of -overschotten. Welke primaire overschotten je van Griekenland ook eist, het land heeft de komende jaren gewoon geen ruimte voor extra overheidsuitgaven. Het onderwerp waarover we ons echt moeten bekreunen zijn private investeringen. Hoe kan Griekenland meer private investeringen aantrekken?”

Zegt u het maar.

DIJSSELBLOEM. “Als je in Griekenland voor het starten van een bedrijf zeven, acht of negen vergunningen nodig hebt, telkens bij verschillende instellingen die ondoorzichtige tarieven hanteren – waarmee ik bedoel: mogelijk is hier corruptie van tel – dan denk je drie keer na voordat je gaat investeren. Dit soort onderwerpen zijn cruciaal voor de toekomst van Griekenland.”

Dan zullen de Griekse overheidsinstellingen radicaal moeten veranderen. Die zijn te gepolitiseerd en te zwak om de afgesproken hervormingen door te voeren, schrijft u.

DIJSSELBLOEM. “Het is niet alleen onwil, het is ook onmacht. Zelfs in het goed georganiseerde Nederland mislukken grote hervormingen soms. Maar van Griekenland hebben we tientallen, zeer ingrijpende hervormingen tegelijkertijd gevraagd.”

‘De Griekse belastingen werden massaal ontweken, uitgesteld of gewoon niet betaald’

“Sommige hervormingen hebben gewerkt. De doelmatigheid van de belastingdienst bijvoorbeeld is aanmerkelijk toegenomen, iets waarvan het IMF nooit geloofde dat het kon. De Griekse belastingen werden massaal ontweken, uitgesteld of gewoon niet betaald. Nu zijn de belastinginkomsten aan het stijgen, zodanig zelfs dat de Grieken klagen over een te zware belastingdruk. Wat ten delen nog waar is ook. Want het deel van de bevolking dat echt belastingen betaalt, is te klein. Je moet dus de belastingbasis verbreden.”

“Weet je, als je in Griekenland een moderne overheid en een efficiënte economie wil, ben je nog tientallen jaren bezig. Maar dat wil niet zeggen dat het onmogelijk is. In de discussies met het IMF was de teneur: ‘Met dit land wordt het nooit wat.’ Ik weiger mij daarbij neer te leggen.”

Populair worden? Word minister van Financiën

“Het gekke aan Nederland is dat de minister van Financiën altijd populair is,” zegt landbouweconoom Jeroen Dijsselbloem (52), die de ministerpost bekleedde van 2012 tot 2017. “Zelfs als je voor 50 miljard euro aan bezuinigingen of belastingverhogingen doorvoert, dan nog krijg je hoge waarderingscijfers. Nederlanders vinden het belangrijk om de begroting netjes te houden. Je kunt dat overdreven vinden, maar het zit diep.”

Dat de minister van Financiën van socialistische signatuur was, maakte geen verschil in Nederland. Hij was net zo spaarzaam als ministers van Financiën uit andere partijen. “Mijn partij, de sociaal-democratische PvdA, heeft in de hele naoorlogse veel goede ministers van Financiën geleverd,” zegt Dijsselbloem. “Wim Duisenberg bijvoorbeeld, de eerste voorzitter van de Europese Centrale Bank, was minister van Financiën voor de PvdA geweest. Onze ministers van Financiën zijn altijd strikt op de begroting geweest, en tegelijk ruimhartig aan de sociale kant. De twee gingen samen.”

Het kostte de Nederlandse regering dan ook weinig moeite om een zwaargewicht als Duits bondskanselier Angela Merkel, zelf christen-democratisch, te winnen voor Jeroen Dijsselbloem als voorzitter van de Eurogroep. “Dijsselbloem is weliswaar een sociaal-democraat, maar van Nederlandse snit,” zou zij gezegd hebben. Dijsselbloem bleef vijf jaar aan, van 2013 tot begin 2018.

Ondanks zijn 52.000 voorkeurstemmen in de Nederlandse verkiezingen vorig jaar, stapte Dijsselbloem toch uit de politiek. “Ik ben ruim 20 jaar politicus geweest. Ik wist dat ik dit niet mijn hele leven zou doen. Je kunt je ook op andere plekken in de samenleving nuttig maken. Uiteraard heeft het verkiezingsresultaat van de PvdA mijn beslissing versneld. De partij is achtergebleven met amper negen zetels, terwijl wij jarenlang één van de grootste partijen in Nederland waren. Daar ben ik mee verantwoordelijk voor. Intussen heb ik dit boek geschreven, en heb het druk met lezingen en kleinere klussen. De komende maanden zal ik dit allemaal afronden. Daarna zie ik wel wat ik ga doen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content