De Verenigde Staten dringen de CO-uitstoot wel degelijk terug

TEXAS De oliestaat produceert procentueel meer windenergie dan elke andere Amerikaanse staat. © Getty Images/iStockphoto
Jan Piotrowski correspondent milieuzaken van The Economist

Door de tegenstrijdige houding van de Verenigde Staten tegenover de klimaatverandering kan het land uit het akkoord van Parijs stappen en tegelijk zijn beloftes nakomen.

Tijdens zijn presidentscampagne deed Donald Trump het klimaatakkoord van Parijs uit 2015 af als een van de vele slechte overeenkomsten die zijn voorgangers gesloten hadden. In juni 2017 kondigde hij als president van de Verenigde Staten aan dat de op een na grootste koolstofvervuiler ter wereld zich zou terugtrekken uit het verdrag. Maar wie de kleine lettertjes leest, ziet dat de ondertekenaars pas na drie jaar kunnen beginnen met de vertrekprocedure, die jaren kan aanslepen. Trumps zal dat proces dus normaal in november 2019 opstarten. Tot dat moment blijven de VS gebonden door het verdrag, dat als doelstelling stelt de globale opwarming te beperken tot minder dan 2 graden Celsius, en liever nog 1,5 graad, ten opzichte van het pre-industriële peil.

Gouverneurs en burgemeesters voeren op eigen houtje ambitieuze plannen voor koolstofreductie uit.

De VS verwerpen voorlopig niet het overkoepelende VN-klimaatverdrag. In het kader daarvan zullen ze afgevaardigden blijven sturen naar VN-overleg, waar ze fungeren als stoorzender. Zo wilden ze in september in Thailand zelfs niet praten over steun aan ontwikkelingslanden bij pogingen hun uitstoot te verminderen en zich aan te passen aan de gevolgen van de klimaatverandering. Hetzelfde gebeurde een maand later in Zuid-Korea, toen ze probeerden de conclusies af te zwakken van een IPCC-rapport dat schetste hoe onherbergzamer de aarde zou worden als het 2 °C warmer werd in plaats van 1,5 °C.

Plaatselijke ambitie

De VS zullen zich de komende jaren ook in veel andere opzichten tegelijk binnen en buiten het akkoord van Parijs bevinden. Trump heeft gezegd dat hij zich niet zal houden aan de belofte van zijn voorganger om tegen 2025 de koolstofuitstoot met 26 tot 28 procent onder het niveau van 2005 terug te dringen, maar dankzij de initiatieven van steden en staten heeft het land al 60 procent ven de inspanning geleverd. Gouverneurs en burgemeesters voeren op eigen houtje ambitieuze plannen voor koolstofreductie uit. Zelfs op plaatsen waar Republikeinse klimaatsceptici de plak zwaaien, zijn er dergelijke initiatieven. Zo produceert Texas al een groter percentage elektriciteit uit windkracht dan welke staat ook.

Ook op federaal niveau zijn er initiatieven. Zo heeft het Congres pogingen van de president om de financiering van klimaatonderzoek drastisch te verlagen, altijd tegengehouden. Het Pentagon beschouwt klimaatverandering nog altijd als een ernstige dreiging, zowel voor Amerikaanse militaire installaties (die kwetsbaar zijn voor een stijgende zeespiegel en voor watertekorten door droogtes) als voor de stabiliteit in explosieve regio’s, met name het Midden-Oosten.

Trump zelf lijkt een voorstander van klimaatvriendelijke kernenergie en hij heeft belastingverlagingen gesteund voor bedrijven die de koolstof die ze uitstoten, opvangen en ondergronds opslaan. Maar de kans is klein dat hij in september naar de VN-top gaat, die de wereldleiders zal oproepen tot het nemen van ambitieuzere maatregelen.

Partner Content