In België blijft het vrij lastig zakendoen, maar de kwaliteit van onderwijs en gezondheidszorg maken veel goed. In het jaarlijkse lijstje van de prestigieuze Zwitserse zakenschool IMD stijgt ons land met vijf plaatsen naar de 23ste plaats.
De IMD-lijst rangschikt waar bedrijven het best gewapend zijn om de internationale concurrentie aan te gaan. Dat schrijven de Tijd en L’echo.
De hogere score voor België is opmerkelijk, want in andere lijstjes blijft België stabiel (Wereld Economisch Forum) of dalen we zelfs (Wereldbank). De Tijd merkt op dat de drie instellingen concurrentiekracht op een andere manier meten.
De Wereldbank focust eng op administratieve rompslomp en regulering die het zakendoen belemmeren, terwijl het WEF ook kijkt naar bijvoorbeeld de infrastructuur en het onderwijs.
Vooruitgang financiering pensioenen
IMD maakt een gelijkaardige oefening als het WEF, maar laat daarin enkele economische cijfers -zoals groei en investeringen- zwaar doorwegen. Omdat de economische groei dit jaar hoger ligt dan in 2014 en ook de investeringen aantrekken, maakt België een sprong voorwaarts, stelt de krant. De economische groei is voor een deel te danken aan de lage euro en de goedkope olie, waar het regeringsbeleid weinig mee te maken heeft.
De drie rapporten zijn het wel eens over een aantal zaken. Volgens het WEF, IMD en de Wereldbank zijn de hooggeschoolde en productieve werknemers, een goede gezondheidszorg en hoogstaand onderzoek de grootste troeven van België.
De hoge belastingen, een overheidsbudget dat in het rood blijft, en een arbeidsmarkt waar de regels te stroef zijn en te weinig mensen werken zijn volgens de rapporten de minpunten van ons land.
België boekt vooral vooruitgang op het vlak van de financiering van pensioenen (van 57ste naar 30ste plaats) en de arbeidswetgeving (55ste plaats). We blijven echter slecht scoren inzake telecomkosten en fiscaliteit. (Belga/NS)
