Zit e-commerce aan haar plafond?

© B.Vanden Eynde/whitevision
Geoffrey Minne
Publishing Partner

Publishing Partner verbindt organisaties met de lezers van en doet een beroep op de specialisten van Roularta Brand Studio voor tekst en illustraties. De inhoud wordt eventueel aangebracht door de partner en valt buiten de verantwoordelijkheid van de redactie.

6 september 2017, 16:56 Bijgewerkt op: 20 juli 2022, 07:14

E-commerce blijft continu groeien, maar wanneer bereikt die klim het plafond? Is het een zaak van slechts enkele maanden? Die kans is klein als je weet dat nog lang niet alle Belgen internettoegang hebben. Maar het effect op de Belgische werkgelegenheid blijft onzeker door de toenemende concurrentie in Europa en de wettelijke drempels die het de e-commerce moeilijk maken.

GEDAAN MET DE HOGE VLUCHT

In het eerste kwartaal van 2017 waren de onlineuitgaven in België goed voor bijna 2,44 miljard euro. Dat betekende een groei van 6 procent in vergelijking met een kwartaal eerder, volgens Be- Commerce Market Monitor, een enquête van het marktonderzoeksbureau GfK. En volgens een peiling van Comeos, de Belgische vereniging van de handel en diensten, deed twee derde van de Belgische consumenten in 2016 minstens één online-aankoop. Vergelijk dat eens met 2011: toen kocht slechts 45 procent van de bevraagden iets online. Het gemiddelde bedrag dat werd gespendeerd is ook gestegen, van 130 euro in 2011 naar 199 euro in 2016.

Toch lijkt de hoge vlucht van e-commerce de voorbije twee jaar iets te zijn afgenomen. Vooral de jongste maanden komen er weinig nieuwe gebruikers bij. Hoe kunnen we dat verklaren? Door de aard van de online-aankoop en het feit dat je producten niet kan uitproberen voor je ze koopt. Want dat blijft het grootste obstakel voor een aankoop.

BELGIË WAS EEN KOPLOPER

Volgens cijfers van Eurostat haalde een vierde van de Belgische niet-financiële bedrijven in 2016 minstens 1 procent van de omzet uit onlineverkoop. Op Europees niveau is dat vergelijkbaar met de Zweedse en de Duitse resultaten. Enkel Ierland steekt ons land ver voorbij met een verhouding van een op de drie niet-financiële bedrijven. Amper vijf jaar geleden leek België nog een voorloper in Europa, maar sindsdien was er een sterke inhaalbeweging.

De Belgische bedrijven kregen aanzienlijk meer Europese concurrentie. Obstakels die volgens e-commercebedrijven hun ontwikkeling vaak in de weg staan, zijn het gebrek aan arbeidsflexibiliteit, een te strenge wetgeving en een technologische achterstand, zeker voor elektronische betalingen. De Belgische regering versoepelde al het stelsel van nachtarbeid, en rekent daarmee op een aanzienlijke banengroei.

AANZIENLIJKE KANSEN BLIJVEN

Een analyse van e-commerce leert ons dat Belgische bedrijven werden ingehaald door de Europese concurrentie en dat het aantal e-consumenten stagneert. Desondanks blijft er volgens ons nog een aanzienlijk ontwikkelingspotentieel in vergelijking met andere Europese landen. Wanneer we de trend van Nederland extrapoleren, zouden er tegen 2018 nog eens 295.000 tot 590.000 meer Belgen (ouder dan 18) minstens één online-aankoop hebben gedaan. Als het bedrag dat de consumenten uitgeven stabiel blijft, zou dat voor 2018 een bijkomende vraag voor de sector van 700 miljoen tot 1,4 miljard euro (of 0,2 tot 0,3 % van het Belgische bbp) betekenen. Een deel van dat bedrag zal weliswaar naar buitenlandse ondernemingen vloeien. Als die trend bovendien niet gepaard gaat met een algemene consumptiestijging, zal de toename van de onlineverkoop een negatieve impact hebben op de omzet van bedrijven die geen onlineaanbod hebben.

Wanneer we de trend van Nederland extrapoleren, zouden er tegen 2018 nog eens 295.000 tot 590.000 meer Belgen (ouder dan 18) minstens één online-aankoop hebben gedaan.

De e-commercesector ging er de voorbije jaren continu op vooruit, maar zit nu dus blijkbaar aan zijn plafond. Belgische ondernemingen werden bovendien ingehaald door hun Europese concurrenten. Toch kan België nog een aanzienlijk groeipotentieel benutten, op voorwaarde dat dit gepaard gaat met een diepgaande hervorming van de arbeidsmarkt.

GEOFFREY MINNE

Ph.D. economist bij inG