Vooral Centraal- en Zuid-Europa profiteren van Junckerfonds

. © BelgaImage
Jozef Vangelder
Jozef Vangelder redacteur bij Trends

Het Junckerfonds voor investeringen in kmo’s en infrastructuur mobiliseert vooral projecten in de Centraal- en Zuid-Europese lidstaten, zo blijkt uit gegevens van de Europese commissie. België komt niet verder dan een 14de plaats. In totaal zette het Junckerfonds al voor 241 miljard euro aan investeringsprojecten in de steigers.

De echte naam van het Junckerfonds is Europees Fonds voor Strategische Investeringen of EFSI. Het fonds gebruikt garanties – gefinancierd door de EU – om investeringen uit te lokken in infrastructuur, duurzame energie, onderzoek en kmo’s. Het fonds mikt vooral op projecten met hoger risico, die zonder de overheidsgarantie moeilijker aan geld zouden geraken. De bedoeling is om de Europese groei te stimuleren. De investeringen in de EU zitten nog altijd onder het pre- crisisniveau. Het fonds moet die kloof helpen dichten.

Opgestart in 2015, maakt het fonds vooral investeringen los in het in het oosten en het zuiden van de EU. Dat blijkt uit een lijst die Jyrki Katainen, vice-voorzitter van de Europese commissie, vandaag bekend maakte. In verhouding tot het bbp, vangt Estland de meeste investeringen, gevolgd door Bulgarije, Portugal, Griekenland en Spanje. Daarna komen Finland, Litouwen, Letland, Italië en Polen. België komt op plaats 14, Nederland op 19, en Duitsland op 23.

Er zijn een heleboel redenen waarom lidstaten meer of minder gebruik maken van het fonds, volgens Katainen. “De ontwikkeling van de financiële sector is in de ene lidstaat verder gevorderd dan de anderen. De voornaamste reden is informatie. Het fonds is niet elke lidstaat even bekend. De bekendheid is het grootst in lidstaten die personen of instellingen aanduiden om het fonds te promoten.”

Verlenging

Aanvankelijk bestond er nogal wat argwaan tegenover het Junckerfonds. De goocheltruc om met 21 miljard euro aan overheidsgaranties een golf van investeringen op gang te brengen, zou nooit lukken, luidde het. Maar de cijfers wijzen op het tegendeel, aldus Katainen. “Op dit ogenblik zitten we aan 240,9 miljard euro aan investeringsprojecten in de hele EU. De doelstelling van 315 miljard euro tegen midden 2018 zullen we halen.”

Het bedrag van 240,9 miljard euro aan investeringsfinanciering bestaat weliswaar voor 47,4 miljard euro aan cofinanciering door de Europese Investeringsbank (EIB), met ruggensteun van de Europese begroting. De cofinanciering door de EIB moet de investeerders helpen lokken, en zorgt zo voor een hefboomeffect.

De inspanning zal echter niet volstaan om de investeringen in de EU terug op pre-crisisniveau te brengen, geeft Katainen toe. “We zullen zowat een derde van de kloof kunnen dichten,” aldus Katainen. Hij gaf nog mee dat tot nog toe 461.000 Europese kmo’s toegang kregen tot financiering dankzij het Junckerfonds. “Daarmee ondersteunde het fonds 300.000 jobs, wat moet oplopen tot 700.000 tegen 2020.”

Het beheer van het Junckerfonds is in handen van de Europese Investeringsbank (EIB). “Drie vierde van de klanten die bij ons komen aankloppen voor financiering via het fonds, zijn nieuw voor ons,” aldus Ambroise Fayolle, vice-voorzitter van het EIB. “Dankzij het fonds bereiken wij sectoren en bedrijven waar we voorheen niet binnen geraakten.” De EIB liet ook de macro-economische impact berekenen. Daaruit blijkt dat het hefboomeffect van het fonds tegen 2020 0,7 procent aan het bbp van de EU zal toevoegen.

Intussen werkt Europa aan de verlenging van het Junckerfonds, dat in zijn huidige vorm afloopt midden 2018. De hernieuwde versie trekt de investeringsdoelstelling op van 315 naar 500 miljard euro, te realiseren tegen 2020. Over de verlenging bestaat al een principeakkoord tussen de lidstaten en het Europees Parlement. Het is nog wachten op de uitwerking van de technische details, waarna de lidstaten en het Europees Parlement hun finale zegen moet geven. De doorstart is in principe voorzien voor begin 2018.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content