Noord-Korea overleeft op gastarbeiders en grijze economie

Kim Jong-un © reuters
Alain Mouton
Alain Mouton Redacteur bij Trends

De spanningen tussen Noord-Korea en de VS nemen de komende dagen wellicht weer toe. Intussen vindt dictator Kim Jong-un alternatieve inkomstenbronnen om te vermijden dat de almaar strengere economische sancties het al straatarme Noord-Korea verder verstikken.

Op een Poolse scheepswerf kwam vorig jaar bij een ongeluk een medewerker om het leven. Zijn vaderland: Noord-Korea. Sinds enige jaren heeft het geïsoleerde communistische regime van Kim Jong-un een lucratieve manier gevonden om buitenlandse deviezen binnen te halen. Noord-Koreaanse gastarbeiders worden in het buitenland tewerkgesteld. Het loon dat ze daar krijgen, verdwijnt voor 80 procent in de Noord-Koreaanse staatskas. Volgens Remco Breuker, hoogleraar Koreastudies aan de universiteit van Leiden, moeten we Noord-Korea niet als een staat zien, maar veeleer als “het grootste illegale uitzendbureau ter wereld”.

De mensenrechtenorganisatie Strategy Center in het Zuid-Koreaanse Seoul schat dat Pyongyang per jaar circa 1,5 tot 2,3 miljard euro deviezen binnenhaalt via de tewerkstelling van burgers in het buitenland. Het zou gaan om zo’n 100.000 gastarbeiders. Ze zijn in zo’n 40 landen aan de slag: onder meer in India, Pakistan, Qatar en Koeweit, maar vooral in Rusland. En dus ook in de Europese Unie, zoals in Polen. De Noord-Koreanen bouwen onder andere mee aan de stadions voor de Wereldbekers voetbal van 2018 (Rusland) en 2022 (Qatar). In Polen werken ze in de bouwsector, op scheepswerven, en in de landbouw, zoals op tomatenplantages.

De Noord-Koreanen werken er twaalf tot zestien uur per dag. Ze genieten er geen enkele sociale rechten, maar zijn er wel beter aan toe dan in Noord-Korea. Zelfs in Pakistan krijgen ze drie maaltijden per dag, was in hun thuisland ondenkbaar is. Hun loon is ook een fortuin in verhouding tot wat ze zouden verdienen in Noord-Korea. In Polen is dat tot 700 euro per maand. Oekraïense werknemers kosten er al 1000 euro per maand. Om te vermijden dat de arbeiders in het buitenland onderduiken zendt Noord-Korea enkel getrouwde zonen uit. Als ze verdwijnen, verdwijnt hun familie in Noord-Korea in de gevangenis.

Export van grondstoffen droogt op

Het systeem van gastarbeid is van levensbelang voor het regime van Kim Jong-un. De deviezen die naar Noord-Korea vloeien, dienen om het luxeleventje van de elite te garanderen en om het militaire apparaat verder uit te bouwen. Het geld van de gastarbeiders is meer dan welkom. Onlangs kreeg het regime in Pyongyang opnieuw verschillende sancties opgelegd. De rakettesten van Kim Jong-un ergeren niet alleen de Verenigde Staten, Japan en Zuid-Korea, maar ook Noord-Korea’s buur en enige bondgenoot China. Dat land steunde in augustus de uitbreiding van de economische sancties tegen Noord-Korea. Ze omvatten onder andere verdere restricties op de uitvoer van steenkool, ijzererts en zeevruchten. En dat is een streep door de rekening van ‘de zon van de 21ste eeuw’, zoals Kim Jong-un in eigen land wordt genoemd. De export van grondstoffen naar China was een van de levensaders van het regime. In 2016 groeide de Noord-Koreaanse economie met 3,9 procent, iets waar we in België enkel van kunnen dromen.

Dat cijfer is trouwens geen product van de propagandamachine van Kim Jong-un. Het komt van de Zuid-Koreaanse Nationale Bank, die al 25 jaar lang pogingen onderneemt om het bbp en de groei van haar buur en grote vijand in te schatten. Aan de basis van die sterke groei ligt de toename van de export van mineralen (vooral steenkool) naar China. De ontginning van grondstoffen is met 126 procent toegenomen omdat China veel uit Noord-Korea invoerde. Maar in 2017 ziet het plaatje er helemaal anders uit. China heeft naar eigen zeggen sinds begin dit jaar de aankopen van steenkool uit Noord-Korea met 75 procent teruggeschroefd. De export van grondstoffen droogt op.

Het systeem van gastarbeid is van levensbelang voor het regime van Kim Jong-un

De recente sancties tegen Noord-Korea zijn niet de eerste. Al van voor het aantreden van Kim Jong-un werd druk gezet op Pyongyang om de programma’s voor de ontwikkeling van kernwapens stop te zetten. De Noord-Koreaanse dictator beseft dat de sancties lang zullen aanhouden en dat andere inkomstenbonnen meer dan nodig zijn om het regime in stand te houden. Zeker omdat Noord-Korea ook met andere problemen kampt. Door droogte is de landbouwopbrengst veel te mager. Vooral de oogst van rijs, maïs en soja valt tegen. Volgens de wereldvoedselorganisaties FAO is de landbouwproductie in een jaar met 30 procent gedaald, van 450.000 naar 310.000 ton. Van de 25 miljoen Noord-Koreanen is 40 procent ondervoed. Een van de oorzaken is dat het regime al zijn energie steekt in het militaire raketprogramma en veel te weinig aandacht heeft besteed aan voedselvoorziening. De tijd voorbij dat honderdduizenden Noord-Koreanen omkwamen van de honger, zoals dat in de jaren negentig, is wel voorbij.

40 procent werkt in de informele economie

Dat komt omdat Kim Jong-un sinds zijn aantreden eind 2011 een embryonale vorm van vrijemarkteconomie en ondernemerschap heeft toegelaten. Officieel is Noord-Korea nog altijd een staatsgeleide economie. Maar in de praktijk is met goedkeuring van de overheid een parallel circuit van binnenlandse handel ontstaan. Het gaat om markten in de grijze economie, waarop vooral voedingsproducten verhandeld worden. Volgens een onderzoek van de Zuid-Koreaanse denktank Korea Development Institute haalt 85 procent van de Noord-Koreanen zijn voedingsmiddelen uit de informele markteconomie. Slechts 5 procent is nog volledig afhankelijk van de sterk gerantsoeneerde producten uit staatswinkels. Almaar meer Noord-Koreanen werken ook in die informele economie. Momenteel halen de Noord-Koreanen 63,5 procent van hun inkomen uit werk in de grijze economie. 40 procent van de bevolking zou in dat parallelle circuit aan de slag zijn.

Er ontstaan echte privébedrijven die de overheid oogluikend toelaat, aangezien ze de staatskas spekken. 30 procent van de opbrengst gaat naar de staat. Sommige Noord-Korea-kenners maken al vergelijkingen met de chaebols, de grote, door families gecontroleerde ondernemingsgroepen in Zuid-Korea en Japan. Zo is er Masikryong, een groep die tegelijk mineraalwater bottelt en een busbedrijf uitbaat. Air Koryo, de nationale luchtvaartmaatschappij, runt ook taxibedrijven in Pyongyang en produceert ook fazantenvlees in blik.

Het beleid van Kim Jong-un vertoont gelijkenissen met de evoluties in China van eind jaren zeventig. Een totalitair politiek systeem met strenge overheidscontrole én een repressief politie-apparaat worden in stand gehouden. Maar daarnaast wordt een voorzichtige en niet-officiële economische liberalisering doorgevoerd. Een deel van de bevolking van Pyongyang wordt rustig gehouden met de bouw van zwembaden en moderne appartementen in de hoofdstad. Volgens een studie van het Hyundai Research Institute zou het inkomen per Noord-Koreaan voor het eerst de grens van 1000 euro hebben overschreden. Maar Kim Jong-un trekt wel een grens. De oproep van China om het land open te stellen voor buitenlandse investeerders valt in Pyongyang op een koude steen.

Misdaadgeld en diplomatenkoffers

De Noord-Koreanen zijn zeer creatief in het aantrekken van buitenlands kapitaal. Noord-Koreanen in het buitenland laten werken, is slechts één bron van inkomsten. Pyongyang krijgt per jaar 6 miljard dollar uit het buitenland binnen. 2 miljard dollar komt van gastarbeiders. De rest komt voort uit wapendeals en het delen van militaire expertise met landen als Iran, Syrië en vroeger ook Libië.

Noord-Korea zou ook een spil zijn in de wereldwijde cybercriminaliteit. Dat zou het land een miljoen dollar per jaar opleveren. Smokkel, drugshandel en valsmunterij zijn dan weer jaarlijks goed voor tussen 500 miljoen en 1 miljoen dollar. In China zijn al diplomaten betrapt toen ze valse dollars wilden inwisselen voor yuans. In 2015 werd een medewerker van de ambassade in Dhaka (Bangladesh) tegengehouden met 27 kilo goud ter waarde van 1,5 miljoen euro.

Daarnaast kan Kim Jong-un rekenen op jaarlijks 60 miljoen euro legale inkomsten uit toerisme, het verhuren van ambassadegebouwen en een netwerk van 130 door Pyongyang gecontroleerde hotels in Aziatische landen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content