‘Europees handelsverdrag met Indonesië bedreigt mensenrechten’

Joko Widodo, president van Indonesië met Jean-Claude Juncker, voorzitter van de Europese Commissie. © BelgaImage

CEPA, de handels- en investeringsovereenkomst waarover de EU en Indonesië onderhandelen, vormt een ernstige bedreiging voor de mensenrechtensituatie in Indonesië. Dat stelt een nieuw rapport van verschillende mensenrechtenorganisaties.

Volgende week start in Brussel de derde ronde van de onderhandelingen tussen de EU en Indonesië rond het CEPA-verdrag. Indonesië is als grootste economie in de Associatie van Zuidoost-Aziatische Landen (ASEAN) een belangrijke handelspartner van de EU. De onderhandelingen beslaan een brede waaier aan onderwerpen, waaronder tarieven, handelsbelemmeringen, handel in diensten en investeringen, overheidsaanbestedingen, concurrentieregels en intellectuele eigendomsrechten.

Maar het akkoord brengt ook grote risico’s voor duurzame ontwikkeling en mensenrechten met zich mee, zeggen Indonesia for Global Justice (IGJ), het Transnational Institute (TNI) en de Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen (SOMO). In een rapport roepen ze de onderhandelende partijen op om een gerichte mensenrechtenimpactanalyse uit te voeren die de richting van de onderhandelingen moet bepalen.

Gesloten deuren

Het rapport hekelt het gesloten karakter van de onderhandelingen. ‘Onderhandelingen rond vrijhandel en investeringsakkoorden spelen zich meestal achter gesloten deuren af’, schrijven de organisaties. ‘Er is weinig toegang voor organisaties of de miljoenen mensen die rechtstreeks met de gevolgen van de akkoorden te maken zullen krijgen. Dat ‘democratisch tekort’ vormt een bedreiging voor de mensenrechten.’

Net als bij andere grote handelsverdragen vormen ook bij CEPA de investeringsbescherming en ISDS een van de grootste gevaren voor de mensenrechten. Het voorgestelde akkoord beperkt de vrijheid van Indonesië om regels te stellen in het algemeen belang. Standaard investeringsbeschermingsbepalingen, die afdwingbaar zijn middels internationale arbitrage (ISDS), stellen buitenlandse investeerders in staat om landen voor een internationaal tribunaal te dagen als ze vrezen dat nieuwe wetten hun winstverwachting negatief zullen beïnvloeden.

Het rapport beveelt daarom aan om in het verdrag geen investeringsgeschillenbeslechting op te nemen, omdat dit in strijd is met de plicht van de overheid om mensenrechten te waarborgen.

Onaanvaardbaar

‘Het kan niet zo zijn dat investeringsbescherming de beleidsruimte om mensenrechten veilig te stellen verkleint’, zegt Rachmi Hertanti, directeur van IGJ. ‘Een systeem dat multinationals in staat stelt om binnenlandse beleidskeuzes te beïnvloeden door te dreigen met miljoenenclaims, is onaanvaardbaar.’

Indonesië heeft al meerdere keren te maken gekregen met zulke miljoenenclaims, waardoor het land zich gedwongen zag om voorgenomen beleid af te zwakken en af te zien van strengere milieuwetgeving. ‘CEPA moet duidelijk vastleggen dat mensenrechten boven handels- en investeringsrecht gaan’, zegt ook Roeline Knottnerus, die namens SOMO en TNI meeschreef aan het rapport. ‘De mensenrechten- en milieueffecten van de CEPA moeten zowel vooraf als achteraf periodiek in kaart worden gebracht. Als er negatieve effecten worden gevonden, moet het verdrag worden aangepast.’

‘Het is noodzakelijk dat er een mensenrechtenrapportage wordt uitgevoerd die de basis moet vormen voor de onderhandelingen. De potentiële impact van de CEPA vereist ook een veel transparanter proces en volledige betrokkenheid van de nationale parlementen.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content