‘De Belgische nationaliteitswetgeving benadeelt Britse EU-ambtenaren’

© Getty Images/iStockphoto
Vrije Tribune
Vrije Tribune Hier geven we een forum aan organisaties, columnisten en gastbloggers

‘Wie al gedurende vijf jaar wettelijk en ononderbroken in ons land verblijft én al die tijd gewerkt heeft, komt in principe in aanmerking om Belg te worden. Voor EU-ambtenaren is de procedure echter nodeloos ingewikkeld.’ Jo Antoons, partner bij het internationaal advocatenbureau Fragomen, pleit voor soepelere regels bij het toekennen van de Belgische nationaliteit.

Ook tijdens de Brexit-onderhandelingen vorige week waren Brussel en Londen het erover eens dat de rechten van de EU-burgers in het Verenigd Koninkrijk evenals de rechten van de Britten in de EU een prioriteit zijn. Zoals bij elke echtscheiding wil men vooral de kinderen sparen. Helaas voelen niet alle kinderen zich even veilig.

Hoewel de meer dan 1500 Britten die bij de EU-instellingen en internationale organisaties aangeworven werden ondertussen gewoon doorwerken, tasten zij in het duister over de toekomst van hun statuut in België. Vooral in Brussel en in de randgemeenten, waar veel Britse EU-ambtenaren sinds langer dan vijf jaar wonen, worden zij door de complexe en vaak gebrekkige Belgische wetgeving met verschillende moeilijkheden geconfronteerd wanneer zij de Belgische nationaliteit willen aanvragen. Nochtans is voor hen het verwerven van de Belgische nationaliteit na de Brexit de enige manier om de vrijheden die zij genoten als EU-burger volledig veilig te stellen. Voor mensen die al jaren in ons land wonen en werken, waarvan de kinderen hier naar school gaan en hier opgroeien is dit een onrustwekkende situatie.

Bijzonder statuut

De procedure voor het verwerven van de Belgische nationaliteit is redelijk kort en eenvoudig voor iemand die in België vijf jaar wettelijk en ononderbroken verblijft en al die tijd gewerkt heeft. Veel Britten in ons land voldoen zonder problemen aan deze voorwaarden, maar voor de ambtenaren die voor de EU en andere internationale organisaties werken, is de kwestie veel ingewikkelder.

Een eerste probleem wordt gevormd doordat ze geen gewone verblijfsvergunning ontvangen. In plaats daarvan krijgen ze een bijzondere identiteitskaart, verstrekt door de Directie Protocol van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, die volgens een strikte interpretatie van de wet niet geldt als bewijs voor een legaal verblijf van vijf jaar in België. Concreet houdt dit in dat deze Britten na de Brexit met dezelfde restricties als klassieke migranten te maken kunnen krijgen en bijgevolg onderhevig kunnen worden aan de regels betreffende een visum of tewerkstellingsvergunning.

Een tweede groot obstakel is de bewijslast van de economische integratie van kandidaat-Belgen. Tewerkstelling moet volgens onze wetgeving binnen het Belgische sociale zekerheidssysteem vallen. De ambtenaren van Europese en internationale instellingen hebben een bijzonder statuut dat hen vrijstelt van betaling van de Belgische sociale zekerheidsbijdragen en belastingen. Ze betalen immers – in tegenstelling tot wat algemeen wordt geloofd – reeds rechtstreeks sociale zekerheidsbijdragen en belastingen aan de Europese Unie. Door de loondocumenten van EU-ambtenaren principieel niet te willen aanvaarden, maakt de Belgische overheid het hen dus moeilijker dan voor andere werknemers om de Belgische nationaliteit te verwerven. Men steunt hiervoor op een verwijzing in de Belgische nationaliteitswetgeving, waaruit voortvloeit dat iemand die voor een internationale of Europese instelling werkt niet blijkt te participeren aan de arbeidsmarkt. Dit klopt natuurlijk niet.

Het uitzonderingsstatuut, gesteund op akkoorden die België sloot om Brussel aantrekkelijk te maken als hoofdstad van Europa, maakt van de ambtenaren van Europese en internationale instellingen nu eerder een slachtoffer van het Belgische nationaliteitsstelsel.

Brexit

Deze problemen zijn niet nieuw, maar de Brexit maakt ze voor velen dringend. Het is onredelijk om bijzondere identiteitskaarten uit te sluiten als bewijs van verblijf in België en om de tewerkstelling van deze ambtenaren niet als dusdanig te aanvaarden. Bovendien lijkt de wet op die manier zijn doel voorbij te schieten. Het is voor Britse EU-ambtenaren die reeds twintig jaar in België wonen en werken nu immers onmogelijk om de Belgische nationaliteit te verwerven. Dit kan niet de intentie van de wetgever zijn geweest.

De Minister van Justitie gaf begin dit jaar nog aan dat men niet voorziet de geldende regels aan te passen. Ook het parket in Brussel bevestigde eind 2016 een strikte interpretatie van de wetgeving. Het aanpassen van de wetgeving en een vlottere interpretatie van de bestaande regels is echter de enige oplossing voor dit probleem. Indien Brussel zich wil blijven profileren als een aantrekkelijke hoofdstad voor Europa, dringt onmiddellijke actie zich op.

Vooral voor Britse ambtenaren, die door de nakende Brexit hun vrijheden als EU-burger dreigen te verliezen, dringt de tijd.

Recente rechtspraak in Gent (april, 2016) en Leuven (mei, 2017) geeft duidelijk aan dat er aan de opsomming van de verblijfsdocumenten die in aanmerking moeten worden genomen bij de berekening van het legaal verblijf in België geen restrictief karakter toegekend mag worden en dat ook de bijzondere identiteitskaart als geldig bewijs kan worden beschouwd. Deze rechtspraak, die lijkt aan te sturen op een meer soepele interpretatie van de huidige wetgeving, spreekt bovendien van een discriminatie van Europese personeelsleden, wat een hoopvolle ontwikkeling is voor de Britten.

De rechtsonzekerheid blijft echter groot zolang deze leemte in de wetgeving blijft bestaan en de economische participatie van EU-ambtenaren niet gelijkgesteld wordt met deze van werknemers. Het verbreden van de visie op de termen ‘ambtenaar’, ‘overheidsdienst’ en ‘arbeidsdag’ in het wetboek van de Belgische nationaliteit is hiertoe onvermijdelijk. Om het met een recente quote van een Britse ambtenaar te zeggen: ‘Now, while the Brexit negotiators make the rights of EU-citizens and UK citizens the priority of their talks, it is time for the EU to step up and protect the rights of their citizens.’

Jo Antoons is de Belgische partner van Fragomen, een internationaal advocatenkantoor dat zich specialiseert in economische migratie.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content