Stijn Fockedey

‘Belgische start-ups kunnen het succes van Adyen moeilijk imiteren’

Stijn Fockedey Hoofdredacteur a.i.

Dat Belgische start-ups niet doorgroeien tot succesvolle en onafhankelijke beursgenoteerde bedrijven komt door een gebrek aan macht en niet door een gebrek aan ambitie. Dat zegt Trends-redacteur Stijn Fockedey.

Nog geen 24 uur nadat een beloftevolle Belgische start-up zich heeft laten opkopen, zorgt het Nederlandse Adyen met een verdubbeling van de koers voor een indrukwekkend beursdebuut. Dat Belgische start-ups niet doorgroeien tot succesvolle en onafhankelijke beursgenoteerde bedrijven komt door een gebrek aan macht en niet door een gebrek aan ambitie.

Belgische techondernemers hebben doorgaans een zwakkere onderhandelingspositie dan hun soortgenoten in grotere markten. Er is minder concurrentie tussen het durfkapitaal in België. Daardoor kunnen techondernemers de investeerders vanaf de eerste ronde minder tegen elkaar laten opbieden en zijn de waarderingen lager.

Bovendien kunnen investeerders vaak extra rechten afdwingen en controleren ze met een minderheidsaandeel het bedrijf. Kapitaalronde na kapitaalronde verliezen ondernemers zo de controle over hun bedrijf en daarom moeten ze vaak instemmen met een verkoop, terwijl ze gewoon hadden willen doorgaan.

De oprichters van Adyen hadden die problemen niet. Ze behoren tot een speciale ondernemerskaste. Ze hadden al een succesvolle exit achter de rug en konden terugvallen op een netwerk van investeerders die hen gunstig gezind waren, onder wie de in 2013 overleden Prins Friso.

In eerdere interviews vertelde CEO Pieter van der Does dat hij tijdens onderhandelingen met investeerders vaak genoegen nam met een lagere waardering van Adyen om zo geen toegiften te moeten over bestuurszitjes. Van der Does en co wilden hun eigen schoonmoeders kiezen, zoals Mark Zuckerberg bij Facebook ook de raad van bestuur controleert en kan regeren als een dictator.

Belgische start-ups kunnen het succes van Adyen moeilijk imiteren

Zowat alle Belgische techondernemers kunnen zich niet de luxe permitteren geen of minder geld op te halen. Hun product of dienst moet in één niche excelleren en dan snel verkocht worden over de hele wereld, want anders neemt een andere concurrent de markt in. Belgische start-ups kunnen niet terugvallen op een grote thuismarkt en moeten zich veel sneller wagen aan risicovolle buitenlandse expansie. Dat kost allemaal geld en tijd. Daarom is het voor veel Belgische start-ups en de daaraan gekoppelde tewerkstelling meestal de meest realistische optie het bedrijf in een vroege fase te verkopen aan een grotere buitenlandse speler.

De verkoop van Trendminer aan het Duitse Software AG deze week is wellicht zo’n voorbeeld. De oprichters stonden voor de moeilijke keuze om met een relatief beperkt budget een groot internationaal verkoopteam uit te bouwen, of een onderdeel te worden van een oudere techspeler die al een geoliede commerciële machine heeft.

In de huidige generatie van Belgische groeibedrijven zouden een aantal namen onafhankelijk kunnen blijven. Maar het is zeer de vraag of pakweg Collibra, Showpad of Teamleader het beurssucces van Adyen kunnen herhalen. Adyen is met betalingsverwerking actief in een mature markt die nog extreem snel groeit. Daardoor verzamelt het in een verschroeiend tempo schaalvoordelen die de kosten drukken.

Naast die snelle groei van nieuwe klanten, verliest Adyen ook zeer weinig bestaande klanten, minder dan 1 procent per jaar. Veel van onze goudhaantjes zitten nog in de fase dat ze moeten bewijzen dat hun markt überhaupt groot genoeg is en meer afhakende klanten moeten compenseren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content