BAN Vlaanderen speelt in op crowdfunding: ‘Er is een groot gebrek aan financiële kennis bij ondernemers’

Reginald Vossen © Dieter Telemans
Benny Debruyne
Benny Debruyne Redacteur van Trends

In zijn jaarverslag blijkt dat 60 van de 233 businessangels in het netwerk van BAN Vlaanderen in 2017 samen 3,6 miljoen euro investeerden in 26 bedrijven. De netwerkorganisatie voor vermogende particulieren wil de komende jaren evenwel nog beter doen. Reginald Vossen, directeur BAN Vlaanderen, focust op vijf werven.

1. Samenwerken met crowdfundingplatformen

De gemiddelde investering in de 26 start-ups en groeibedrijven bedroeg 150.000 euro. Het zijn de businessangels van BAN Vlaanderen die investeren, de vzw investeert zelf niet, maar begeleidt de 233 leden. Zo’n investering gebeurt bijna altijd door een groepje businessangels die hun middelen samenleggen. Die 150.000 euro ligt merkelijk hoger dan de bedragen die bedrijven ophalen via crowfundingplatformen. Via die platformen investeren grote groepen kleine beleggers in bedrijven. Meestal investeren ze per persoon minder dan 5000 euro. Heel wat lager dan de gemiddeld 60.000 euro per persoon bij de businessangels van BAN.

Toch wil de netwerkorganisatie samenwerken met de crowdfundingplatformen. “We zijn proactief naar hen gestapt. We werken vooral met Bolero, het grootste crowdfundingplatform, maar ook met Seedrs”, zegt Reginald Vossen. “Dat platform is gebaseerd in Verenigd Koninkrijk en hier minder bekend. ING is zijn Belgische partner.” De platformen zoeken naar een hoofdinvesteerder. Wanneer een businessangel van BAN wil investeren in een bedrijf, kan het crowdfundingplatform vervolgens zoeken naar bijkomende investering.

2018 wordt volgens de eerste cijfers nog beter dan 2017 voor BAN Vlaanderen. Na een half jaar werd al voor 2,8 miljoen in 18 bedrijven geïnvesteerd, tegenover 3,5 miljoen in 26 bedrijven over heel 2017.

2. Een nieuw cofinancieringsinstrument

Op crowdfundingplatformen investeren mensen doorgaans minder dan 5000 euro, terwijl een businessangel al gauw meer dan 25.000 euro investeert. In het verschil tussen die twee bedragen zag BAN Vlaanderen een kans. De organisatie heeft een nieuw cofinancieringsinstrument opgericht: Angel Wings. Het is een kruising tussen crowdfunding en de werkwijze van BAN.

Van de 400 dossiers die binnenliepen bij BAN in 2017, mochten honderd bedrijven zich komen voorstellen aan de businessangels. Voor 80 daarvan begonnen er ook effectief onderhandelingen, die in 26 gevallen werden afgerond. De geïnteresseerde businessangels zijn nauw betrokken bij die onderhandelingen. Dat is de normale gang van zaken, maar dat wordt nu makkelijker. Als een investeerder een grote participatie in een start-up wil nemen, kan hij voortaan een beroep doen op het Angel Wings-instrument. “Dat is een groep van leden van BAN Vlaanderen die bereid zijn kleinere bedragen te investeren en er niet op staan in de raad van bestuur van het bedrijf te zitten”, legt Reginald Vossen uit. “Zodra een businessangel het voortouw neemt, zetten we dat op onze portaalsite. Geïnteresseerden investeren dan kleinere bedragen van 5 tot 25.000 euro. We hebben dat in 2017 gelanceerd en konden meteen drie investeringen plaatsen. De helft van onze 230 businessangels is geïnteresseerd. Het doel is op termijn driekwart van de dossiers op die manier aan te vullen.”

3. Op naar een derde fonds

Met cofinanciering legt de overheid een euro bij voor elke euro opgehaald privékapitaal. De overheid werkte daarvoor met ARKimedes-fondsen. De overheid stopte geld in die fondsen, die erkende privéfondsen – de Arkivs – konden gebruiken voor cofinanciering. BAN Vlaanderen heeft twee zulke fondsen. Ark Angels Fund behoorde tot ARKimedes I en Ark Angels Activator Fund behoorde tot ARKimedes II.

ARKimedes I was onlangs in het nieuws omdat het vervroegd werd stopgezet door slechte resultaten (zie kader hieronder). De investeringen via het tweede fonds zijn halverwege 2017 ondertussen ook afgesloten, waardoor BAN Vlaanderen een derde fonds nodig heeft om via cofinanciering in nieuwe bedrijven te investeren. “Voor het derde fonds kloppen we opnieuw bij PMV aan, ARKimedes heeft een goede rol vervuld”, zegt Reginald Vossen. “In de vorige fondsen hadden we ongeveer 15 participaties, ik mik nu op 20 tot 25 participaties, met kleinere investeringen per businessangel zodat vervolginvesteringen mogelijk zijn. Ik hoop dat het fonds dit jaar nog operationeel is.”

Reginald Vossen wil het bereik van het nieuwe fonds oprekken. “Op de overnamemarkt liggen kansen. We zullen niet alleen meer naar starters en groeibedrijven kijken, maar ook naar fusies en overnames, en naar managementbuy-outs. Zo boren we nieuwe markten aan.”

4. Uitbreiding naar Wallonië

“In Wallonië is de gemiddelde investering per persoon veel lager dan de 60.000 euro van BAN Vlaanderen”, zegt Reginald Vossen. Waalse bedrijven lonken daarom naar de investeerders uit Vlaanderen. In februari kondigde BAN Vlaanderen een samenwerking aan met het Waalse investeringsfonds Wing aan om te investeren in Waalse start-ups en groeibedrijven. Het investeringsfonds wordt beheerd door SRIW, de Waalse tegenhanger van de Vlaamse investeringsmaatschappij PMV.

5. Vlotter contracten afsluiten

Niet enkel het nieuwe cofinancieringsinstrument Angel Wings vergemakkelijkt de heikele onderhandeling tussen starters en investeerders. BAN Vlaanderen probeert zoveel mogelijk hindernissen weg te nemen. “Zo werken we aan de financiële scholing van ondernemers”, zegt Reginald Vossen. “Er is een groot gebrek aan financiële kennis bij ondernemers. We willen hen die kennis online doorgeven. Nu duiken er laat in de onderhandeling soms problemen op die funest kunnen zijn, zoals het verschil tussen cashflow en opbrengst. Ondernemers beseffen zelf ook dat dit een struikelpunt kan zijn.”

‘Verrast door de slechte resultaten van ARKimedes I’

Eind juni raakte bekend dat het eerste ARKimedes-fonds van de investeringsmaatschappij PMV wordt ontbonden. Het in 2005 opgerichte fonds haalde met een startkapitaal van 1,2 miljoen euro 110 miljoen euro op bij 30.000 kleine beleggers. Erkende investeringsfondsen, ‘Arkivs’ genoemd, konden dat geld gebruiken om start-ups te financieren met durfkapitaal. Voor elke euro privékapitaal die de Arkivs ophaalden, legde de overheid via ARKimedes een euro bij.


De beleggers kregen een gewestwaarborg en die bleek nodig te zijn. De waarde van een aandeel van ARKimedes I daalde tot 81,88 euro, terwijl het Vlaams Gewest 225 euro per aandeel waarborgde. De obligaties kregen een volledige kapitaalbescherming. Als reden voor de slecht prestatie van het fonds wordt verwezen naar de financiële crisis, die het voor start-ups nog moeilijker maakte dan anders om te slagen.


Dat is niet de volledige verklaring, zo blijkt. Een van het dozijn erkende Arkivs dat de middelen van ARKimedes kon gebruiken was Ark Angels van BAN Vlaanderen. “Dat fonds is bijna vereffend, er zitten nog twee participaties in die we te gelde moeten maken. We zitten bijna op een uitkering van 1,2 euro per ingelegde euro”, zegt Reginald Vossen, directeur BAN Vlaanderen. “Ik ben dus verrast door het nieuws dat Arkimedes I met zulke slechte cijfers kwam. Wij zijn ook vier participaties kwijt geraakt in het begin, maar als alle Arkivs even performant waren als de onze, zou het resultaat helemaal anders moeten zijn.”


Waarom slaagde de ene Arkiv wel, en heel wat andere niet? Het talent van de investeerders speelt een rol om de juiste bedrijven te selecteren, maar ook de grootte van het fonds en de werkwijze zijn belangrijk. “Als je als fonds investeert in tien bedrijven, heb je gemiddeld vijf afschrijvingen, drie of vier investeringen waar je je geld terug krijgt en een of twee winnaars. Die winnaars maken of kraken je fonds”, zegt Filip Lacquet, groepsmanager bedrijfsfinanciering bij PMV. “Door de financiële crisis werd er sneller afgeschreven. Dat leidde tot minder rendement en een kleinere kans op winnaars.”


Naast de crisis speelde de grootte van het fonds een rol. “Met grotere fondsen kun je bedrijven langer ondersteunen dan bij kleine fondsen. Daar hebben we uit geleerd. Je hebt een investeerdersconsortium nodig dat kan doorgaan als het minder gaat. Bedrijven die het niet goed doen, moet je ook meteen durven af te schrijven. Dan kun je de overblijvende middelen inzetten op de goede bedrijven”, zegt Filip Lacquet. Nog een les is niet enkel in heel jonge bedrijven te investeren, maar ook in start-ups die al wat verder staan. “Dat verkleint het risico een beetje.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content